Inhoudsopgave
Advertenties
Functiebeschrijving
Tweede temperatuurverschilregeling
Codering 20:2 of 20:3 instellen.
Als de op temperatuursensor / geregi-
streerde temperatuur met het ingestelde
in-/uitschakeltemperatuurverschil
(codeeradres 22 en 23) hoger is dan de
op temperatuursensor aÖ geregi-
streerde temperatuur, staat op uitgang
sS spanning. Indien er een warmteaan-
vraag van een van de aangesloten ver-
warmingscircuits is.
Temperatuurverschilregeling voor de verwarmingsondersteu-
ning
Codering 20:4 instellen.
Als de op temperatuursensor / geregi-
streerde temperatuur met het ingestelde
in-/uitschakeltemperatuurverschil
(codeeradres 22 en 23) hoger is dan de
op temperatuursensor aÖ geregi-
streerde temperatuur, staat op uitgang
sS spanning.
Thermostaatfunctie
Codering 20:5 of 20:6 instellen.
De thermostaatfunctie kan onafhankelijk
van de zonnewerking gebruikt worden.
(vervolg)
Door het vastleggen van de thermostaat-
inschakeltemperatuur (codeeradres 24)
en thermostaat-uitschakeltemperatuur
(codeeradres 25) kunnen verschillende
werkwijzen worden bereikt:
■ Inschakeltemperatuur < uitschakel-
temperatuur:
thermostaatfunctie bijv. voor naver-
warming.
Uitgang sS wordt ingeschakeld als de
temperatuur op sensor / lager is dan
de inschakeltemperatuur.
Functiebeschrijving
135
Advertenties
Inhoudsopgave
