Oplossen van storingen
Fout zonder weergave van een storingscode
Storing
Uitgang sS wordt niet
of continu aange-
stuurd.
Zonneregeling buiten
bedrijf
Reparatie
Functie van de aangesloten componenten via relaistest (actorentest) controleren:
Servicehandleiding van de warmtegenerator of de regeling
Zonnecircuitpomp aan de uitgang sF controleren
Gedrag van de circulatiepomp (zie ook
volgende hoofdstukken):
■ Pomp altijd uit:
– Veiligheidstemperatuurbegrenzer is
geactiveerd. Veiligheidstempera-
tuurbegrenzer ontgrendelen.
– Uitgang sF defect.
Zonneregelingsmodule vervangen.
– Zonnecircuitpomp defect.
Zonnecircuitpomp vervangen.
■ Pomp altijd aan:
– Codeeradres 02 verkeerd ingesteld.
– PWM-aansluiting foutief.
– Uitgang sF heeft altijd spanning.
Zonneregelingsmodule vervangen.
140
Oorzaak
Verkeerde functie ge-
configureerd.
Zonneregelingsmo-
dule defect.
Zekering F1 is geacti-
veerd.
(vervolg)
Oplossing
Instelling codeeradres 20 controle-
ren.
Aansluiting uitgang sS controleren
(zie Seite 141).
Relaistest uitvoeren.
Zekering F1 controleren. Zie pagi-
na 145.
Verbruikers losmaken en achter-
eenvolgens weer aansluiten. Hierbij
het gedrag van zekering F1 in de
gaten houden.
Getrapte circulatiepomp
Bij getrapte circulatiepompen kan het
toerental via de golfgroepregeling wor-
den gewijzigd.
Bij een ingeschakelde ingang sF moet
een spanning van 100 tot 230 V ∼ aan-
wezig zijn.
Codering 02:1 moet ingesteld zijn.
Zeer efficiënte pomp of circulatie-
pomp met een eigen toerentalrege-
ling
Bij een ingeschakelde ingang sF moet
een spanning van 230 V ∼ aanwezig
zijn.
Codering 02:0 moet ingesteld zijn.