Functiebeschrijving
Functiebeschrijving
Reducering van de stagnatietijd
Bij een te groot aanbod van zonne-ener-
gie wordt het toerental van de zonnecir-
cuitpomp vóór het bereiken van de maxi-
male boilertemperatuur (codeeradres
08) gereduceerd. Daardoor wordt het
verschil tussen collectortemperatuur en
boilertemperatuur verhoogd. De warm-
teoverdracht naar de warmwaterboiler
wordt kleiner, waardoor de stagnatie ver-
traagd wordt.
Doeltemperatuurregeling
Installatie met een warmwaterboiler
Codering 10:1 instellen (doeltempera-
tuurregeling ingeschakeld).
De zonnecircuitpomp wordt behalve op
basis van de afhankelijkheid van het
ingestelde inschakeltemperatuurver-
schil pas ingeschakeld als de collector-
temperatuur de in codeeradres 11 inge-
stelde waarde heeft overschreden.
Installatie met twee warmwaterboi-
lers
Codering 10:1 instellen (doeltempera-
tuurregeling ingeschakeld).
Bewaking debiet
Codering 0C:1.
Als bij een draaiende zonnecircuitpomp
langer dan 30 min de collectortempera-
tuur >100 °C en het verschil met de boi-
lertemperatuur >50 K is, volgt storings-
melding "9E".
132
(vervolg)
Het temperatuurverschil voor de reduce-
ring van de stagnatie kan in codeeradres
0A worden ingesteld.
Deze functie kan alleen bij installaties
met een toerentalgeregelde zonnecir-
cuitpomp worden uitgevoerd.
Als de werkelijke temperatuur van een
van de warmwaterboilers de in codeer-
adres 11 ingestelde waarde overschre-
den heeft, wordt de verwarming door
zonne-energie omgeschakeld naar de
tweede warmwaterboiler.