9.
PROBLEEMOPLOSSING
Nr. Probleem
1
De vorken kunnen
niet naar hun
maximumhoogte
worden geheven
2
De vorken gaan niet
omhoog
3
De vorken gaan niet
omlaag
4
Lekken
5
De vorken dalen zonder
dat het daalventiel
bediend wordt
Als geen van deze suggesties of oplossingen nuttig waren, neem dan contact op met je
plaatselijke dealer of de fabrikant.
30/40
Oorzaak
Het peil van de hydraulische olie is te laag
Het peil van de hydraulische olie is te laag
De olie bevat onzuiverheden (bijvoorbeeld
water, zand, stof, roest ...)
De moer of schroef werd te vast
aangedraaid, waardoor het pompventiel
open wordt gehouden
Er komt lucht in de hydraulische olie
De bedieningshendel is niet meer goed
afgesteld
De lading is te zwaar, overdrukventiel is
geactiveerd
De temperatuur is te laag en de
hydraulische olie is te dik geworden
De zuigerstang of het pomphuis is vervormd
ten gevolge van gedeeltelijke belasting,
hellen naar één kant of overbelasting
De vorken werden gedurende lange tijd
in de hoogste stand gehouden met een
blootgestelde zuigerstang, wat leidt tot roest
en vastlopen van de stang
De stelmoer of -schroef bevindt zich niet in
de juiste positie
De bedieningshendel is niet meer goed
afgesteld
Obstakel onder de truck, in het
vorkmechanisme ...
De dichtingen zijn versleten of beschadigd
Sommige onderdelen zijn gebarsten of
enigszins versleten
De onzuiverheden in de olie zorgen ervoor
dat het daalventiel niet goed gesloten kan
worden
Sommige onderdelen van het hydraulische
systeem zijn gebarsten of versleten
Er komt lucht in de hydraulische olie
De dichtingen zijn versleten of beschadigd
De stelmoer of -schroef bevindt zich niet in
de juiste positie
De bedieningshendel is niet meer goed
afgesteld
Actie
Voeg hydraulische olie toe, zie
hoofdstuk 8
Voeg hydraulische olie toe, zie
hoofdstuk 8
Vervang de olie, zie hoofdstuk 8
Stel de moer of schroef bij
Ontlucht het circuit, zie procedure
hoofdstuk 7
Volg de procedure voor het afstellen van
de bedieningshendel in hoofdstuk 6
Reduceer de last
Verplaats de truck naar een warmere
locatie en controleer het beoogd gebruik
Vervang de zuigerstang of het
pomplichaam
Smeer de stang. Hou de vorken in de
laagste stand wanneer niet in gebruik,
en besteed voldoende aandacht aan het
smeren van de zuigerstang
Stel de moer of schroef bij
Volg de procedure voor het afstellen van
de bedieningshendel in hoofdstuk 6
Verwijder het obstakel voorzichtig
Vervang de onderdelen, zie
onderdelenlijst
Vervang de olie, zie hoofdstuk 8
Inspecteer en vervang de versleten
onderdelen, zie onderdelenlijst
Ontlucht het circuit, zie procedure
hoofdstuk 8
Vervang de dichtingen, zie
onderdelenlijst
Stel de moer of schroef bij
Volg de procedure voor het afstellen van
de bedieningshendel in hoofdstuk 6