7.
BEDIENING VAN HET WEEGSYSTEEM
7.1.
Aanraakscherm
De volgende foutmeldingen kunnen worden getoond op het display:
Oplaadindicator - geeft de oplaadstatus van de batterij aan
Batterij-indicator - de batterij is bijna leeg en moet worden opgeladen
Gemiddelde weegindicator - de weegschaal staat in de gemiddelde weegmodus
OVER
OK
Indicator limieten - geeft de hoog-laaggrenzen aan bij wegen en tellen
IN
STUKS
Indicator tellermodus - de weegschaal staat in de tellermodus
NETTO
Indicator netto - de weegschaal geeft het nettogewicht aan
Indicator stabiel - het gewicht van de weegschaal is stabiel
ZERO
Nul-indicator - de weegschaal staat op nul
lb
Weegeenheid is in pond
kg
Weegeenheid is in kilo
Aan-/uittoets; om de weegschaal aan of uit te
zetten
1) Nultoets; om het display te wissen en op nul
te stellen
2) Waarde toenametoets; om de geselecteerde
cijferwaarde te wijzigen
1) Tarratoets; voor het uitvoeren van een
tarrafunctie, het aftrekken van gewichten
2) Om de menuoptie in de menu-instelling te
wijzigen
3) Pijltoets naar rechts; om het cijfer naar
rechts te verplaatsen
1) Somtoets; om samengetelde gewichten in
het geheugen in te voeren en te tonen
2) Geheugenoproeptoets; toont de opgeslagen
waarden uit het geheugen
3) Entertoets; om het geselecteerde menu,
submenu en instelling te openen
1) Teltoets; om het tellen te starten
2) Toets instellingenmenu; houd de toets
ingedrukt om het instellingenmenu te openen
1) Limiettoets; om de controleweegmodus
binnen te gaan
2) Houd de toets samen met de AAN/UIT-toets
ingedrukt om de kalibratiemodus te openen
3) ESC-toets; om het instellingenmenu te
verlaten
1) Printtoets; om de gegevens naar een printer
te sturen
2) Houd de toets ingedrukt om naar de
gemiddelde weegmodus te gaan
19/40