6.
BEDIENING
6.1.
Veiligheidsinstructies voor de bediening van het product
• Gebruik nooit een beschadigd of defect toestel. Indien schade of defecten worden
gedetecteerd tijdens de inspectie of functietesten voorafgaand aan bediening,
moet het toestel worden gelabeld en buiten bedrijf gesteld.
• Bedien de pallettruck niet tenzij je ervoor opgeleid of bevoegd bent.
• Laat een geladen pallettruck nooit onbemand achter.
• Wanneer goederen getransporteerd of opgeheven worden, moeten omstanders
een minimumafstand van 1 meter bewaren.
• Breng de vorken zo weinig mogelijk omhoog bij het transporteren van goederen.
Transport met geheven vorken moet plaatsvinden aan lage snelheid en over de
kortst mogelijke afstand.
• Gebruik de pallettruck niet op een helling. Hij is ontworpen voor gebruik op effen
en vlakke ondergrond.
• Overschrijd het maximum laadvermogen niet.
• Het gewicht van de goederen moet evenredig worden verdeeld over de twee
vorken, gebruik niet slechts één vork. Het zwaartepunt van de goederen moet zich
in het midden tussen de twee vorken bevinden.
• Draag veiligheidsschoenen en -handschoenen bij het gebruiken van de pallettruck.
• Voer alleen lasten mee die correct zijn vastgezet en geplaatst. Gebruik juiste
voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat delen van de last omkantelen of
omvallen.
• Ga niet op de pallettruck staan.
• Hef geen mensen op met de pallettruck.
• Plaats de vorken zo ver mogelijk onder de last.
• Zorg ervoor dat de ondergrond het gecombineerde gewicht van de pallettruck en
de lading kan ondersteunen.
• Laad en los de pallettruck altijd met de vorken in de laagste stand.
• Onder normale omstandigheden beweegt de pallettruck zonder veel moeite of
geluid.
• Als de pallettruck niet heft, kan deze overbelast zijn.
• Als de wielen slepen, zijn ze waarschijnlijk geblokkeerd door vuil in of rond de
assen.
6.2.
Bedieningsinstructies
Zie hoofdstuk 8 voor het dagelijkse onderhoudsschema.
1. Standen van de bedieningshendel:
Op de disselarm van de schaarpallettruck bevindt zich de bedieningshendel die in drie
standen kan worden gezet:
1
2
3
1. OMHOOG = de vorken laten zakken
2. NEUTRAAL = de lading verplaatsen
3. OMLAAG = de vorken omhoog pompen
15/40