6.9.3 Analoge ingangen
6.9.4 Regelaar
6.9.5 Kernsensor
6.9.6 Programma-overdrager
IMAGO F3000 / 09.03
Hier worden de instellingen voor sensorsoort, lineairisering, meetbereiksgren-
zen en offset geconfigureerd.
Alle niet beschikbare ingangen zijn grijs afgebeeld en niet instelbaar. Zodra het
instrument een nieuwe insteekkaart erkent heeft, wisselt de kleur naar zwart .
Fabrieksmatig zijn 4 analoge ingangen instelbaar.
v Hoofdstuk 7.4.3 „Analoge ingangen"
Hier worden de instellingen voor regelaarsingangen, regelaarstype, vrijgave ter
zelfoptimalisatie en regeluitgangterugmelding vastgelegd.
v Hoofdstuk 7.4.4 „Regelaar"
Hier wordt vastgelegd welke methode ter vaststelling van de kamertempera-
tuur gebruikt wordt.
v Hoofdstuk 7.4.5 „Kernomschakeling"
Hier worden startgegevens, programma eindsignaal, segmentdoorschakeling,
setpointgrenzen, decimalen en de setpoint voor de uitgangspostitie ingesteld.
v Hoofdstuk 7.4.6 „Programma-overdrager"
6 Bediening
45