3.
Controleer of het IP-adres uniek is op het netwerk. Gebruik hiervoor het commando arp-a
(adresresolutieprotocol). Typ bij de prompt arp -a. Zoek het IP-adres op in de lijst en vergelijk
het fysieke adres met het hardware-adres in het gedeelte HP Jetdirect-configuratie op de
HP Jetdirect-configuratiepagina. Als de adressen overeenkomen, is alle netwerkcommunicatie
geldig.
4.
Als u niet kunt controleren of de MFP via het netwerk communiceert, neemt u contact op met de
netwerkbeheerder.
242 Hoofdstuk 12 Problemen oplossen
NLWW