11
Kijk altijd door het insulinevenster om er zeker van te zijn
dat de insuline in de pen er uitziet zoals deze er hoort
uit te zien. In de bijsluiter van de Penfill® 3 ml patroon staat
hoe uw soort insuline er moet uitzien.
Gebruik altijd het dosisafleesvenster en de
dosisaanwijspijl om te zien hoeveel eenheden u instelt.
Gebruik niet de schaalverdeling op de patroonhouder. Deze
geeft alleen aan hoeveel insuline er ongeveer over is in de
pen.
Tel niet het aantal klikken van de pen.
Als u een verkeerde dosis instelt en injecteert, kan uw
bloedsuikerspiegel te hoog of te laag worden.
De toedieningsknop moet gemakkelijk draaien. Gebruik
geen kracht om te draaien.
Als de pen minder dan 60 eenheden bevat, stopt de
instelknop bij het aantal eenheden dat over is. Als u meer
dan 60 eenheden nodig heeft of als u meer insuline nodig
heeft dan over is in de pen, raadpleeg dan pagina's 20-21.