om een condensatorpomp van stroom te voorzien, en voor het alarmcircuit van de
condensatorpomp is een condensaatalarmaansluiting meegeleverd.
Waarschuwing: Het condensaatopvangsysteem van het luchtgordijn is ontworpen voor het
afvoeren van condensaat wanneer het luchtgordijn bij normaal zomerweer in landen met een
gematigd klimaat in de koelstand staat. Bij extreme weersomstandigheden, wanneer de lekbak
geblokkeerd kan raken of er een storing in de condensatorpomp kan optreden, is het cruciaal
dat de vloer onder het luchtgordijn zodanig is ontworpen dat het oppervlak niet glad wordt of
beschadigd raakt als de vloer nat wordt. Dit geldt ook onder omstandigheden met zware
regenval die een deuropening in stroomt of bij in- of uitgaand voetgangersverkeer met natte
schoenen. Let dus goed op het ontwerp van de vloer en de afwerking van het vloeroppervlak.
Als het de bedoeling is dat het luchtgordijn niet in de koelstand werkt en er geen
condensaatafvoersysteem is aangebracht, moet het GBS-systeem, de gecentraliseerde
controller of de PAR-30 MAA / PAR-27 MEA afstandsbediening bij het in werking stellen
zodanig worden geconfigureerd dat de COOL- of AUTO-modus nooit kan worden
geselecteerd (zie 'In werking stellen' op pagina 22). Het verdient echter wel aanbeveling de
vloer volgens de bovenstaande beschrijving te ontwerpen, voor het geval de koelstand later
toch in gebruik wordt genomen en om zware regenval of voetgangersverkeer met natte
schoenen op te kunnen vangen.
Opmerking: Eindgebruikers kunnen een PAR-30 MAA / PAR-27 MEA afstandsbediening wel
ontgrendelen als ze er achter komen hoe dat moet en het luchtgordijn vervolgens in de
koelstand zetten zonder te beseffen dat het condensaat dan uit de lekbak zou overlopen. Het
is dan ook een verstandig besluit om toch een condensaatafvoersysteem te installeren, ook
als het de bedoeling is dat de eenheid alleen in de HEAT- of VENT-stand wordt gebruikt.
Het luchtgordijn is uitsluitend ontworpen voor gebruik met een Mitsubishi Electric City Multi-
systeem (VRF) voor gebruik met R410A. Het complete Thermoscreens luchtgordijn /
Mitsubishi
Electric
bedieningselementen, etc. mag uitsluitend door een door Mitsubishi Electric erkend
installatiebedrijf worden geïnstalleerd.
Iedereen die het luchtgordijn gebruikt, moet hiertoe voldoende instructies hebben gekregen.
Op het gebruik van het apparaat moet toezicht worden gehouden door de persoon die
verantwoordelijk is voor de veiligheid van medewerkers. Het luchtgordijn is niet bedoeld voor
gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderd fysiek, zintuiglijk of mentaal
vermogen.
Deze handleiding moet worden gelezen in combinatie met de afzonderlijke instructies van
Mitsubishi Electric die worden meegeleverd met de andere onderdelen van het
warmptepompsysteem, zoals de compressor, BC-controller, PAR-30 MAA / PAR-27 MEA
afstandsbediening, GBS-systeem, gecentraliseerde controller etc. Alle instructies moeten door
de faciliteitenbeheerder van het gebouw worden bewaard, om later terug te kunnen lezen.
T
9
9
0
1
0
7
8
1 -
3 -
N
L
warmptepompsysteem,
inclusief
koudemiddelleidingen,
bedrading,
P
a
g
n i
a
7
v
a
n
d
e
3
6