ontdooicyclus tijdens het in werking stellen op de locatie worden ingeschakeld. De
uitblaaslucht wordt dan tijdens de ontdooicyclus op een hogere temperatuur gehouden. In dat
geval is er een 3-fasestroomvoorziening nodig om het luchtgordijn van stroom te voorzien.
Opmerking: Het verwarmingselement voor de ontdooicyclus mag bij R2-, WY- en WR2-
systemen niet tijdens het in werking stellen worden ingeschakeld. Bij R2-systemen gaat het
LEV in het luchtgordijn tijdens het ontdooien van het systeem dicht en WY- en WR2-systemen
zijn niet geschikt voor ontdooien.
Ter informatie: Je zou denken dat het gebruik van een verwarmingselement voor de
ontdooicyclus bij een warmptepompsysteem een averechtse werking heeft. Het geïnstalleerde
verwarmingselement levert echter een lage uitvoer ten opzichte van de grootte van het
luchtgordijn, matigt alléén de uitblaaslucht en wordt slechts een korte periode per jaar
gedurende een paar minuten per dag gebruikt. Tests op het warmptepompluchtgordijn in het
onderzoeksinstituut Building Research Establishment (BRE) toonden aan dat de jaarlijkse
seizoensgebonden specifieke warmteopbrengst (Coefficient of Performance, COP) zelfs bij
inschakeling van het verwarmingselement tijdens de ontdooicyclus, in overeenstemming met
hun EN14511-prestatietest, bijna helemaal niet werd beïnvloed.
Het luchtgordijn wordt geleverd met een interne ingebouwde condensaatafvoerlade in de
eenheid, die tijdens warm weer desgewenst in de koelstand kan worden gebruikt. Dit moet
tijdens het ontwerpstadium worden besloten. Als er namelijk koeling nodig is, moet een
condensaatafvoersysteem worden geïnstalleerd, dat door de installateur moet worden
aangesloten op een geschikte afvoerleiding. Het condensaat kan door de zwaartekracht in de
plafondruimte worden afgevoerd door een geschikte condensaatslang aan te sluiten op de 15
mm-afvoerleiding
condensaatafvoerlade visueel niet geschikt is, is het nodig het condensaat te verwijderen met
behulp van een condensatorpomp, die door de installateur wordt geleverd en geïnstalleerd. De
condensatorpomp kan in het rechteruiteinde van het luchtgordijn aan de binnenkant worden
geplaatst, of op een externe plek buiten de unit, als dit nodig is. De pomp moet voldoende
vermogen hebben (zie pagina 21), automatisch ontluchten en voldoende zuigkracht leveren
om het condensaat uit het luchtgordijn te zuigen, met name als de pomp zich op een externe
locatie bevindt. Aan de rechterkant van het luchtgordijn bevinden zich twee openingen voor
aansluiting van de condensaatleidingen (zie afbeelding 1, pagina 12). Geschikte
condensatorpompen zijn peristaltische of roterende diafragmapompen. Onze aanbeveling is
de rotatieve diafragmapomp met koelsensor (drainStik) van Blue Diamond, geproduceerd door
Charles Austen Pumps Ltd. (www.miniblue.co.uk).
Bij het gebruik van een condensatorpomp wordt aanbevolen dat deze pomp de mogelijkheid
biedt om alleen in werking te treden wanneer het luchtgordijn in de koelstand staat, door
middel van detectie van water in de lekbak of een verschil in koeltemperatuur van de
luchtstroom. De pomp moet tevens zijn uitgerust met een pompoverloopfunctie die de lekbak
zoveel mogelijk leegt wanneer het luchtgordijn wordt uitgeschakeld. Er moet een
alarmsysteem aanwezig zijn, met bijbehorende sensor in de lekbak aangebracht. Deze sensor
geeft een spanningsvrij signaal (open circuit = alarm) en zorgt dat het luchtgordijn ophoudt met
koelen als het risico bestaat dat de condensaatafvoerlade overstroomt (de ventilatoren van het
luchtgordijn blijven gewoon doorwerken). Het afgaan van het condensaatalarm in het
luchtgordijn heeft geen invloed op de andere binnenunits van hetzelfde City Multi-systeem. Op
de lekbak in het luchtgordijn is een bevestigingsbeugel met een opening van 8 mm in
doorsnede aangesloten, zodat de installateur een condensaatsensor op de lekbak kan
bevestigen. De opening kan zo nodig, afhankelijk van het gebruikte sensortype, worden
vergroot zodat de sensor op de correcte positie in de lekbak wordt gepositioneerd. Raadpleeg
de instructies van de fabrikant die met de condensatorpomp zijn meegeleverd voor meer
informatie. In het luchtgordijn is een enkelfasige stroomvoorziening van 230 VAC opgenomen
T
9
9
0
1
0
7
8
1 -
3 -
N
L
in
de
condensaatafvoerlade
van
het
luchtgordijn.
P
a
g
Als
een
n i
a
6
v
a
n
d
e
3
6