koperen pijpen. Zo wordt de overdracht van warmte naar het inwendige van het
luchtgordijn, waar zich gevoelige componenten bevinden, verminderd. Zorg voordat u
met solderen begint, dat de thermistorsensor (gassensor) niet in het bijbehorende
pocket op de gasleiding aan de bovenkant van het luchtgordijn is gestoken. Is dat wel
het geval, dan verwijdert u de sensor omdat deze anders tijdens het solderen van de
aansluiting kan verbranden of beschadigd kan raken.
Bij het City Multi-systeem (VRF) uit de R2 en WR2-serie moet het leidingwerk van elk
luchtgordijn worden aangesloten op één paar poorten op de Mitsubishi Electric BC-
controller. Het leidingwerk van twee of meerdere luchtgordijnen mag niet gezamenlijk in
één set leidingen worden gecombineerd en vervolgens op dit ene tweetal poorten
worden aangesloten. Voor het VRF HP2000 DXE-luchtgordijn wordt echter, ook al is
een maximale P140-index vanuit 1 paar poorten mogelijk, aanbevolen toch 2 paar
poorten op de BC-controller te gebruiken om de correcte uitvoer te bereiken. Neem voor
advies contact op met Mitsubishi Electric.
Plaats de verdikking van de thermistorsensor (gassensor) in
het heetgaspocket op de koelmiddelleiding aan de bovenkant
van
het
luchtgordijn
gesoldeerd. Breng bij het isoleren van de koudemiddelleidingen
ook isolatie over het pocket aan.
Toegang tot de binnenkant van het luchtgordijn
Voor toegang ten behoeve van de aansluiting van de stroomvoorziening, regelbedrading
en om de unit in werking te stellen, is het nodig het gescharnierde aanzuigrooster te
verwijderen.
Open het gescharnierde aanzuigrooster met behulp
van een platkopschroevendraaier om de ¼ schroeven
los te draaien (zie afbeelding). Er bevinden zich 2
schroeven op de VRF HP1000R-eenheid en 3 op de
VRF HP1500R- en VRF HP2000R-eenheid.
Het gescharnierde aanzuigrooster hangt dan omlaag
voor toegang tot het luchtgordijn (zie afbeelding).
T
9
9
0
1
0
7
8
1 -
3 -
N
L
nadat
alle
pijpaansluitingen
zijn
P
a
g
n i
a
1
5
v
a
n
d
e
3
6