PAR-30MAA afstandsbediening
Als het luchtgordijn handmatig door de eindgebruiker moet worden
bediend, moet de installateur een Mitsubishi Electric PAR-30MAA
afstandsbediening (niet door Thermoscreens geleverd) leveren en
installeren. Deze afstandsbediening moet met tweeaderige kabels op
aansluitklem 1 en 2 van het luchtgordijn worden aangesloten. Zie de
Mitsubishi Electric-instructies die met de PAR-30MAA afstandsbediening
worden meegeleverd voor informatie over de installatie en bedrading
van de controller.
Voor het in werking stellen is ook een PAR-30MAA afstandsbediening
nodig, evenals bij gebruik van de AUTO-modus met een GBS-systeem of gecentraliseerde
controller. De master/slave-kabels bij de PAR-30MAA moeten als volgt worden gelegd:
1
2
LUCHTGORDIJNEN
Opmerking: Systemen uit de Y-serie hebben twee controllers nodig voor de AUTO-stand en
een master op het laagste adres. Neem contact op met Mitsubishi Electric voor
meer informatie.
U kunt ook een PAR-F27MEA gebruikenb om het luchtgordijn handmatig te bedienen. De
PAR-F27MEA is een M-NET apparaat dat moet worden aangesloten op aansluitklem M1 en
M2 van het luchtgordijn of ergens anders in de M-NET bedrading. Er is echter geen schakeling
met timing mogelijk.
Bedrading van de ventilatorsnelheid voor het luchtgordijn
Het luchtgordijn wordt geleverd in een configuratie met 3 ventilatorsnelheden (hoog, medium
en laag) die met de PAR-30MAA of PAR-F27MEA afstandsbediening kunnen worden bediend.
Een geschikt alternatief is een bedrade deurschakelaar om de eenheid om te schakelen
tussen hoge ventilatorsnelheid bij geopende deur en lage ventilatorsnelheid bij dichte deur. Dit
is niet alleen energie-efficiënt, maar ook minder lawaaiig. Hiertoe moet een draadverbinding
uit de aansluitklemmen van het luchtgordijn worden verwijderd en moet dipswitch SW4 worden
gewijzigd (met de PAR-30MAA of PAR-F27MEA afstandsbediening kunnen dan geen 3
snelheden meer worden ingesteld). Zie bedradingsschema 1 of 2 op pagina 18 of 19 of 'In
werking stellen' en 'Ventilatorsnelheden van het luchtgordijn selecteren' op pagina 24 voor
meer informatie over hoe de beschikbare snelheden van de ventilatormotor(en) met zes
snelheden kunnen worden ingesteld op de weersomstandigheden buiten en de geluidsniveaus
binnen.
Condensafvoersysteem
Als het de bedoeling is het luchtgordijn in de koelstand te gebruiken, moet er een
condensafvoersysteem worden geïnstalleerd.
Het luchtgordijn is voorzien van een condensaatafvoerlade met
een koperen uitlaatpijp van 15 mm aan de rechterzijde van het
luchtgordijn. Op deze pijp kan een bijbehorende condensaatslang
worden bevestigd (zie afbeelding), die aan de achterkant van de
eenheid door een opening van 22 mm wordt gehaald (zie
afbeelding 1 op pagina 12), zodat het condensaat door de
zwaartekracht wordt afgevoerd. Aan de achterkant van het
luchtgordijn
moet
condensafvoersysteem.
T
9
9
0
1
0
7
8
1 -
3 -
N
L
1
2
LUCHTGORDIJNEN
vervolgens
worden
12V DC
1
2
LUCHTGORDIJNEN
voorzien
in
PAR-30MAA
een
P
a
g
n i
a
2
0
v
a
n
d
e
3
6