Als afvoer uit het luchtgordijn via zwaartekracht niet mogelijk is, moet de installateur een geschikte
condensatorpomp (niet met de eenheid meegeleverd) leveren en installeren om het condensaat
rechtstreeks uit de eenheid af te voeren. Deze condensatorpomp moet voldoende capaciteit
hebben (zie onderstaande tabel), automatisch ontluchten en voldoende zuigkracht leveren om het
condensaat uit de bovenkant van het luchtgordijn te zuigen. Geschikte condensatorpompen met
zuigkop zijn peristaltische of roterende diafragmapompen. Het verdient aanbeveling dat de
condensatorpomp de mogelijkheid biedt om alleen in werking te treden wanneer het luchtgordijn in
de koelstand staat, door middel van detectie van water in de lekbak of een verschil in
koeltemperatuur van de luchtstroom. De pomp moet tevens zijn uitgerust met een
pompoverloopfunctie die de lekbak zoveel mogelijk leegt wanneer het luchtgordijn wordt
uitgeschakeld. Onze aanbeveling is de rotatieve diafragmapomp met koelsensor (drainStik) van
Blue Diamond, geproduceerd door Charles Austen Pumps Ltd. (www.miniblue.co.uk).
Luchtgordijn
VRF HP1000R DXE
VRF HP1500R DXE
VRF HP2000R DXE
In het luchtgordijn aan de rechterkant is ruimte voor het aanbrengen van een condensatorpomp. Er
is voorzien in een permanente enkelfasige voeding van 230 VAC in het luchtgordijn bij de DIN-rail,
om de pomp van stroom te voorzien. Zie bedradingsschema 1 en 2 op pagina 18/19. In de
omkasting bevinden zich twee openingen van 20 mm voor afvoer van het condensaat. Een
opening bevindt zich bovenop de eenheid en een andere aan de achterkant, beide aangebracht
met rubberen pluggen (zie afbeelding 1 op pagina 12). Deze openingen kunnen worden gebruikt
voor doorvoer van een slang tussen de condensatorpomp en een externe condensaatafvoer.
De condensaatafvoerslang moet na het verwijderen van de plug door een van de twee
condensaatuitvoeropeningen worden geduwd en op de condensatorpomp worden aangesloten
met behulp van de adapter die met de pomp is meegeleverd. Het kan nodig zijn de slang te
verlengen als de pomp ver weg is gepositioneerd.
Zowel bij gebruik van een afvoersysteem op zwaartekracht als van een condensatorpomp voor het
verwijderen van het condensaat moet er een alarmsysteem met bijbehorende sensor in de lekbak
worden aangebracht voor het leveren van een spanningsvrij signaal (open circuit = alarm). Er moet
een 2-draads condensaatalarmsignaal worden teruggevoerd naar de aansluiting van het
condensaatalarm dat op de interfacekaart in het luchtgordijn is voorzien. Dit zorgt dat het
luchtgordijn ophoudt met koelen als het risico bestaat dat de condensaatafvoerlade overstroomt
met als gevolg een foutcode op het Mitsubishi Electric-systeem (de ventilatoren van het
luchtgordijn blijven overigens gewoon doorwerken). Het afgaan van het condensaatalarm in het
luchtgordijn heeft geen invloed op de andere binnenunits van hetzelfde City Multi-systeem.
Op de lekbak in het luchtgordijn is een bevestigingsbeugel met een
opening van 8 mm in doorsnede aangesloten, zodat de installateur
een condensaatalarmsensor op de lekbak kan bevestigen.
Bevestig de lekbak met een neerwaarts scharnier voor betere
toegang tot de bevestigingsbeugel (zie afbeelding en 'Onderhoud'
op pagina 31). Vergroot de opening zo nodig afhankelijk van het
sensortype dat wordt gebruikt, zodat de sensor op de juiste positie
van de lekbak wordt geplaatst. Als er een condensatorpomp wordt
gebruikt, raadpleegt u de instructies van de fabrikant die met de
pomp zijn meegeleverd voor meer informatie.
T
9
9
0
1
0
7
8
1 -
3 -
N
L
Maximale te verwachten condensaatdebiet
(liter/uur)
6,0
9,0
11,0
P
a
g
n i
a
2
1
v
a
n
d
e
3
6