Inhoudsopgave
Advertenties
Oplevering
Voordat men de locatie verlaat, is het belangrijk dat de installatie van het
warmtepompluchtgordijn
wordt
opgeleverd
aan
de
eindgebruiker
of
diens
vertegenwoordiger. Hiertoe behoort een volledige en duidelijke uitleg van de werking
van het systeem, evenals een demonstratie van het luchtgordijn in werking. Leg ook het
filterindicatieschema uit en vertel dat de aanzuigroosters en luchtfilters regelmatig met
een stofzuiger moet worden gezogen en dat er regelmatig onderhoud moet
plaatsvinden. Zie 'Onderhoud aan het luchtgordijn' op pagina 31.
Als
het
luchtgordijn
met
behulp
van
een
PAR-30MAA
of
PAR-F27MEA
afstandsbediening handmatig wordt geregeld, is het belangrijk dat de eindgebruiker
goed begrijpt hoe de warmptepomp werkt. Leg uit dat het luchtgordijn een FAN-
(onverwarmd) of HEAT-modus heeft met een vaste doeltemperatuur van bijvoorbeeld
24°C.
Leg uit hoe de ventilatorsnelheden werken, hoe de verschillende drie snelheden met
behulp van de PAR-30MAA of PAR-F27MEA afstandsbediening kunnen worden
veranderd, of via een deurschakelaar die de ventilatorsnelheid op hoog instelt bij
geopende deur, en op laag bij gesloten deur.
Als er een condensaatafvoersysteem is geïnstalleerd en het de bedoeling is dat de
eenheid in de koelstand werkt, laat u de eindgebruiker zien hoe de COOL/AUTO-modus
werkt. Voordat u vertrekt, laat u het systeem in de HEATING-modus staan en
vergrendelt u alle toetsen op de afstandsbediening, met uitzondering van de aan/uit-
toets (eerste vergrendelingsfunctie).
Als het luchtgordijn door een GBS-systeem of gecentraliseerde controller wordt
bediend, legt u alle instellingen uit en demonstreert u de werking van het systeem. Leg
uit dat het luchtgordijn een VENT- (onverwarmd) of HEAT-modus heeft met een vaste
doeltemperatuur van bijvoorbeeld 24°C. Het is cruciaal dat de eindgebruiker begrijpt dat
het luchtgordijn niet in de COOL- of AUTO-modus mag worden gezet als er geen
condensaatafvoerlade is aangebracht.
Als er een condensatorpomp en afvoersysteem is geïnstalleerd en het luchtgordijn op
de koelstand kan worden ingesteld, legt u uit dat de doeltemperatuur moet worden
aangepast op een comfortabele stand, niet noodzakelijkerwijs de laagst mogelijke
doeltemperatuur, aangezien hiervoor veel meer energie nodig is en de CO
-voetafdruk
2
toeneemt.
Leg aan de eindgebruiker uit dat de deuropening zo mogelijk dicht moet blijven,
maar dat gedurende perioden dat er veel voetgangersverkeer is, de deur eigenlijk
altijd open is. Het doel van het luchtgordijn is energiebesparing en
gebruikerscomfort ten opzicht van een deuropening zonder luchtgordijn.
Zorg
dat
alle
instructies
en
handleidingen
aan
de
eindgebruiker
of
hun
vertegenwoordiger zijn overhandigd.
T
9
9
0
1
0
7
8
1 -
3 -
N
L
P
a
g
n i
a
2
9
v
a
n
d
e
3
6
Advertenties
Inhoudsopgave
