ZOALS GELEVERD werkt het luchtgordijn op een 1-fasige stroomvoorziening (1L+N+E) via een
lokale geschakelde spur die de ventilatoren en controllers van stroom voorziet. Het
luchtgordijn is voorzien van een verwarmingselement voor de ontdooicyclus. Bij levering is dit
element echter uitgeschakeld. Als het verwarmingselement voor de ontdooicyclus nodig is, is
voor het luchtgordijn in plaats van de 1-fasige stroomvoorziening nu een 3-fasige
stroomvoorziening (3L+N+E) vanuit een lokale geschakelde spur nodig om ook het
verwarmingselement van stroom te voorzien. Het verwarmingselement moet ter plekke tijdens
het in werking stellen worden ingeschakeld. Zie onderstaande opmerkingen en het deel
'Installatie - Elektrische aansluitingen en bedrading van het luchtgordijn' op pagina 16.
De Mitsubishi Electric compressorunit(s) en BC-controleer worden op de normale manier
afzonderlijk van stroom voorzien (zie aparte Mitsubishi Electric-instructies).
Tussen de Mitsubishi Electric-compressor of de BC-controller en het Thermoscreens
warmptepompluchtgordijn bevindt zich een Mitsubishi Electric M-Net communicatieverbinding.
Bij gebruik hiervan met een Mitsubishi PAR-30MAA of PAR-27MEA afstandsbediening biedt
deze link:
Aan/uit-regeling van het Mitsubishi Electric warmptepompsysteem
Verandering van standen tussen verwarming, alleen ventilator en koelen in het Mitsubishi
Electric warmptepompsysteem
Capaciteitsregeling van het Mitsubishi Electric warmptepompsysteem
3-snelheidsregeling van Thermoscreens luchtgordijnventilatoren*
Temperatuurbewaking van de lucht die door het luchtgordijn wordt aangezogen of de
temperatuur van de binnenlucht op de afstandsbediening
Signaal
voor
verwarmingselement voor de ontdooicyclus (indien ingeschakeld) gedurende de enkele
minuten durende ontdooicyclus gedeeltelijke verwarming als back-up kan leveren
Foutsignaal voor wanneer er een probleem met de Mitsubishi Electric-warmptepomp
optreedt
* Als alternatief kan een deurschakelaar worden gebruikt om de eenheid om te schakelen
tussen hoge ventilatorsnelheid bij geopende deur en lage ventilatorsnelheid bij dichte deur.
Het luchtgordijn kan binnen het Mitsubishi Electric City Multi VRF-systeem worden ingesteld
op de stand HEAT, VENT of COOL met behulp van een Mitsubishi PAR-30MAA of PAR-
27MEA afstandsbediening, Mitsubishi Electric GBS- of gecentraliseerde controller.
Als het luchtgordijn via een gebouwbeheersysteem (GBS) of gecentraliseerde controller moet
worden geregeld, neemt u contact op met een Mitsubishi Electric-vertegenwoordiger.
Merk op dat als de compressor tijdens het verwarmen bij koud weer overgaat op de
ontdooicyclus, de ventilatoren van het luchtgordijn blijven werken om de zo belangrijke
luchtstroom boven de deuropening te handhaven. Het is namelijk juist deze luchtstroom die,
vooral bovenaan de deuropening, effectief voorkomt dat opwaarts stromende warme lucht uit
het gebouw naar buiten ontsnapt, waardoor er kostbare energie wordt verspild. Daarnaast
zorgt deze luchtstroom voor verminderde luchtverontreiniging.
Bij systemen uit de Y-serie kan de temperatuur van de uitblaaslucht onder bijzonder koude
weersomstandigheden om de paar uur tijdens de ontdooicyclus lager worden, maar dit levert
zelden problemen op bij de eindgebruiker en is eigenlijk alleen een waargenomen probleem.
Het luchtgordijn is uitgerust met een verwarmingselement voor de ontdooicyclus, dat bij
levering van het luchtgordijn is uitgeschakeld. Als deze koude lucht bij een specifieke
installatie uit de Y-serie problemen oplevert, kan het verwarmingselement voor de
T
9
9
0
1
0
7
8
1 -
3 -
N
L
ONTWERPINFORMATIE
wanneer
de
buitenunit
in
de
ontdooistand
staat,
zodat
het
P
a
g
n i
a
5
v
a
n
d
e
3
6