Inhoudsopgave
Advertenties
Als de eindgebruiker het luchtgordijn met een afstandsbediening regelt, stelt u de eerste
vergrendelingsfunctie op de controller zodanig in dat het luchtgordijn uitsluitend aan en uit kan
worden gezet, en de standen of doeltemperaturen niet kunnen worden gewijzigd. Als er geen
condensafvoersysteem is aangebracht, moet de COOL-modus op de afstandsbediening worden
vergrendeld, zodat deze stand niet kan worden gebruikt. Zie de instructies voor de Mitsubishi
Electric PAR-30MAA of PAR-F27MEA afstandsbediening.
Als het luchtgordijn wordt bediend met een GBS-systeem of een gecentraliseerde controller en
er geen condensafvoersysteem is geïnstalleerd, moet de controller zodanig worden
geconfigureerd dat het luchtgordijn alleen in de stand HEAT of VENT werkt. Het luchtgordijn
mag alleen in de automatische of koelstand werken als er een condensafvoersysteem is
gemonteerd.
LET OP: Het luchtgordijn kan op een warme dag in de koelstand worden gezet als de
afstandsbediening, het GBS-systeem of de gecentraliseerde controller op de AUTO-modus is
ingesteld. Er moet daarom een condensafvoersysteem worden aangebracht als het luchtgordijn
in de AUTO-stand wordt gebruikt.
Schakel de stroomvoorziening naar het luchtgordijn en het Mitsubishi Electric City Multi-systeem
uit. Schuift de interfacekaart voorzichtig terug op z'n plek. Zorg ervoor dat er binnenin geen
kabels beklemd raken en draai de opsluitschroef weer vast.
Werking van Filter Vuil-indicator
Het luchtgordijn is voorzien van een Filter Vuil-indicator. Deze bevindt
zich in het linkeruiteinde van de eenheid, vlak boven het
aanzuigrooster, en geeft aan wanneer de inlaatfilters van het
luchtgordijn toe zijn aan reiniging of onderhoud. Open het
gescharnierde aanzuigrooster voor toegang tot de Filter Vuil-indicator.
Opmerking: De intervalfunctie voor vuil filter is niet op de Mitsubishi
Electric afstandsbediening beschikbaar.
Dit zijn de standen van de indicator:
Indicatorstand
GROEN
KNIPPEREND
ROOD AAN
ROOD
KNIPPEREND
Het schema van de filterindicatie is gebaseerd op het aantal bedrijfsuren van de ventilator. Bij
het standaardschema (zie hieronder) moeten de aanzuigroosters om de 240 uur dat de
ventilator in bedrijf is (om de 3 tot 4 weken afhankelijk van het gebruik) met een stofzuiger
worden gezogen en moet er om de 960 uur dat de ventilator in bedrijf is (afhankelijk van het
gebruik 4 tot 6 maanden), een volledige filterservice plaatsvinden.
T
9
9
0
1
0
7
8
1 -
3 -
N
L
Indicatielamp
Aan 0,5s; Uit 3s
Permanent aan
Aan 0,5s; Uit 0,5s
Vereiste actie
Geen
Inlaat stofzuigen
Onderhoud aan
filters
Resetknop
n.v.t.
Snelle reset
Druk 5s in
P
a
g
n i
a
2
7
v
a
n
d
e
3
6
Advertenties
Inhoudsopgave
