Onderhoud
Druk-/temperatuurtabel
°C
Bar
°C
-14
0,71
12
-12
0,85
14
-10
1,01
16
-8
1,17
18
-6
1,34
20
-4
1,53
22
-2
1,72
24
0
1,93
26
2
2,15
28
4
2,38
30
6
2,62
32
8
2,88
34
10
3,15
36
Routineonderhoud
Controleer de prestaties van de condensator.
Het is belangrijk om regelmatig de interne zuiverheid van de koperen buizen te controleren om verminderde
prestaties te voorkomen. Deze controle kan worden uitgevoerd door te controleren of het verschil tussen de
temperatuur van de condensator en de temperatuur van het uitlaatwater van de condensator op de
microprocessor niet de 3-5°C (3°C bij de EWWD XS en 5°C bij de EWWD SS) overschrijdt. Voer de speciale
schoonmaakprocedure uit als er afwijkingen van deze waarde plaatsvinden.
Elektronische expansieklep
De EWWD VZ-eenheden die zijn uitgerust met één of twee elektronische expansiekleppen volgens het aantal
op de machine geïnstalleerde compressors. De kleppen worden beheerd en gestuurd door de elektronische
hoofdcontroller die de stroom van het gas van het koelmiddel richting de verdamper optimaliseert al naargelang
de werkcondities van de machine. De regellogica van de klep voorkomt in combinatie met de laadregelaar van
de compressor dat de machine haar toegestane werkgrenzen gaat overschrijden. Gewoonlijk hoeft er geen
onderhoud aan dit apparaat worden gepleegd.
Koelcircuit
Het onderhoud van het koelcircuit bestaat uit het vastleggen van werkcondities en ervoor zorgen dat de eenheid
de juiste hoeveelheid olie en koelmiddel heeft. (Raadpleeg het onderhoudsschema en de juiste werkdata aan
het einde van dit bulletin.) Leg bij elke inspectie het volgende vast voor elk circuit:
Lever druk, afvoertemperatuur, zuigdruk, zuigtemperatuur, oiledruk, vloeistoftemperatuur, watertemperatuur bij
de in-/uitlaat van de verdamper, watertemperatuur bij de in-/uitlaat van de condensator, geabsorbeerde stroom,
voltage voor de voeding, werkfrequentie van de compressor.
Een significante afvoer van subkoelend en/of veranderingen bij de waarden van het oververhitten, kunnen een
symptoom zijn van een laag koelmiddelpeil. De juiste oververhittingswaarde voor het leveren bij de eenheid bij
een volle lading moet tussen de 8 en 15°C liggen als het koelmiddel R134a wordt gebruikt, terwijl subkoelen
tussen de 3,5 en 6,0°C moet liggen (bij een machine met volle lading).
D-EIMWC003D12-16NL - 30/44
HFC-134a druk-/temperatuurtabel
Bar
°C
3,43
38
3,73
40
4,04
42
4,37
44
4,72
46
5,08
48
5,46
50
5,85
52
6,27
54
6,70
56
7,15
58
7,63
60
8,12
62
Bar
°C
Bar
8,63
64
17,47
9,17
66
18,34
9,72
68
19,24
10,30
70
20,17
10,90
72
21,13
11,53
74
22,13
12,18
76
23,16
13,85
78
24,23
13,56
80
25,33
14,28
82
26,48
15,04
84
27,66
15,82
86
28,88
16,63
88
30,14