Temperatuurlimieten en waterstroom
De EWWD VZ-eenheden zijn ontworpen om bij de verdamper te werken met een temperatuur van uitstromend
water die tussen de -3° en +20°C ligt, en bij de condensator te werken met uitstromend water met een
temperatuur die tussen de 15°C en 50°C ligt (standaard eenheden) en tussen de 15°C en 65°C als de "kit voor
hoge temperaturen" is geïnstalleerd. Het minimale temperatuurverschil tussen de temperatuur van het
uitstromende water bij de verdamper en de temperatuur van het instromende water bij de condensator mag niet
minder zijn dan 15°C. Controleer altijd het precieze werkpunt als u de software uitkiest. Sommige gelijktijdige
werkcondities (hoge temperatuur van het instromende water bij de verdamper, en een hoge temperatuur van het
instromende water bij de condensator) kunnen worden vertraagd.
Als de uitstromende vloeistof lager is dan 4°C dan moet glycol bij alle toepassingen worden gebruikt. De
maximum toegestane temperatuur van het water in de verdamper als de machine uit is, is 50°C. Hogere
temperaturen kunnen ervoor zorgen dat de veiligheidskleppen op de verdamperbuis open gaan.
Een stroomsnelheid van het water lager dan de in het laadverliesdiagram van de verdamper en condensator
aangegeven minimum waarde kan bevriezingsproblemen veroorzaken. Een stroomsnelheid van het water hoger
dan de in het laadverliesdiagram van de verdamper en condensator aangegeven maximum waarde leidt tot een
onacceptabel laadverlies en extreme erosie van de pijpen en trillingen die tot lekkages kunnen leiden.
D-EIMWC003D12-16NL - 13/44