Hijsinstructies:
1) De apparatuur, touwen, hijsaccessoires en procedures moeten
voldoen aan de locale regels en wetgeving.
2) Gebruik alleen de gaten op de warmtewisselaars om de machine op te hijsen.
3) Alle hijspunten moeten tijdens het hanteren worden gebruikt.
4)
Gebruik alleen hijshaken die vergrendeld kunnen worden. De haken moeten veilig worden vastgezet vóór
het hijsen.
5)
De touwen en de haken moeten een capaciteit hebben die geschikt is voor de lading. Raadpleeg het
naamplaatje op de eenheid waarop het gewicht van de machine staat aangegeven.
6) De installateur moet de juiste keuze maken en gebruik maken van hijsapparatuur. Wij raden aan kabels met
een minimale verticale capaciteit gelijk aan het totale gewicht van de machine te gebruiken.
7) De machine moet langzaam omhoog worden gehesen en goed horizontaal blijven. Verstel, indien nodig, de
hijsapparatuur , zodat de machine horizontaal blijft.
Positionering en assemblage
De eenheid moet op een horizontaal vlak van cement of staal dat geschikt is om het totale gewicht van de
complete machine in werking te steunen, en moet zo worden gepositioneerd dat er ruimte overblijft aan een kant
van de eenheid zodat het mogelijk is om schoon te maken en/of de verdamper en de pijpleidingen van de
condensator. Raadpleeg de onderstaande afbeelding voor de betrokken delen. De pijpleidingen van de
condensator en verdamper worden aan de binnenkant van de pijpplaat verlengd zodat, indien nodig, vervangen
mogelijk is.
De positie van de machine moet dusdanig zijn dat alle veiligheids- en regelapparatuur toegankelijk blijven. Dek
nooit veiligheidsapparatuur (veiligheidskleppen, drukschakelaar), die, als gevolg van hun belangrijke rol,
regelmatig moeten worden gecontroleerd, nooit af. De veiligheidskleppen moeten een externe aansluiting
hebben. Wat betreft de afmetingen van de uitlaatpijp van de veiligheidsklep raden wij aan de geharmoniseerde
standaarden EN378 en EN13136 te gebruiken.
Deze eenheden bevatten twee veiligheidskleppen voor elke warmtewisselaar, die op een wisselkraan zijn
geïnstalleerd, die altijd een klep actief houdt. Dus moeten de veiligheidskleppen op elke warmtewisselaar buiten
de machinekamer worden aangesloten. Deze pijpen moeten worden geïnstalleerd zodat, als de klep opent, het
ontsnappende koelmiddel geen mensen en/of voorwerpen raakt, of het gebouw kan binnenkomen via ramen
en/of andere openingen.
De machinekamer moet goed zijn geventileerd om te voorkomen dat koelmiddel zich binnen opeenhoopt
waardoor het juiste zuurstofgehalte uit de lucht wordt gehaald met verstikking tot gevolg. Wat dat betreft raden
wij aan geharmoniseerde standaard EN378-3 (Vereisten voor veiligheid en milieu - installeren en bescherming
van personen) of soortgelijke standaarden te gebruiken.
Als de lucht door vervuild is met een hoog percentage aan koelmiddel (raadpleeg het veiligheidsblad van het
koelmiddel), dan kan dit leiden tot verstikking, verlies van mobiliteit en bewusteloosheid bij het inademen.
Voorkom contact met de ogen en de huid.
D-EIMWC003D12-16NL - 10/44
Afb. 2 - Het positioneren van de eenheid.
GEVAAR
Type eenheid
EWWD450÷C11VZ
EWWDC13÷C21VZ
A (m)
3,5
4,5