Inhoudsopgave
Advertenties
7-4 Waterkwaliteit
Normen voor de waterkwaliteit voor gekoeld water, heet water
en suppletiewater (4) (6)
Koelwatersysteem (3) Heet water systeem
Circulatiesysteem
Item (5)
Circulatie-
Suppletie-
water
water
Standaarditems
6,5 t/m
6,0 t/m
pH(25°C)
8,2
8,0
Electrische conductiviteit
Minder
Minder
(mS/m) (25°C)
dan 80
dan 30
Chloorionen
Minder
Minder
–
dan 200
dan 50
(mgcl
/L)
Zwavelionen
Minder
Minder
2-
(mgSO
/L)
dan 200
dan 50
4
Zuurverbruik
Minder
Minder
(pH4,8)
(mgCaCO
/L)
dan 100
dan 50
3
Totale hardheid
Minder
Minder
(mgCaCO
3
/L)
dan 200
dan 70
Kalkhardheid
Minder
Minder
(mgCaCO
/L)
dan 150
dan 50
3
Silica in ionische
Minder
Minder
staat
dan 50
dan 30
(mgSiO
2
/L)
Referentie-items
Minder
Minder
Ijzer (mgFe/L)
dan 1,0
dan 0,3
Minder
Minder
Koper (mgCu/L)
dan 0,3
dan 0,1
Wordt niet
Wordt niet
Zwavelionen
gede-
gede-
2-
(mgS
/L)
tecteerd
tecteerd
Ammoniumionen
Minder
Minder
+
dan 1,0
dan 0,1
(mgNH
/L)
4
Restchloor
Minder
Minder
(mgCl/L)
dan 0,3
dan 0,3
Vrije kooldioxide
Minder
Minder
(mgCO
/L)
dan 4,0
dan 4,0
2
Stabiliteitsindex
6,0 t/m 7,0
—
[OPMERKINGEN]
(1) De cirkelmarkering in de kolommen voor corrosie of kalkafzetting
die zich vormt.
(2) Corrosie heeft de neiging om zich te ontwikkelen bij hoge water-
temperatuur (40°C of hoger) en wanneer metalen zonder bes-
chermende coating rechtstreeks blootgesteld zijn aan water, zou
het een goed idee zijn om effectieve maatregelen tegen corrosie
te nemen zoals toevoeging van een corrosiewerend middel of een
ontluchtingsbehandeling.
(3) In een watercircuit van een warmtewisselaar dat gebruik maakt
van een gesloten koeltoren, moeten het circulatiewater uit het
gesloten circuit en het suppletiewater voldoen aan de normen
voor de waterkwaliteit voor het heetwatersysteem voldoen en het
gefilterde water en het suppletiewater moeten voldoen aan de
normen voor een circulerend koelwatersysteem.
(4) Het aangevoerde water moet schoon leidingwater, industrieel
water of schoon grondwater zijn.
Gebruik geen gezuiverd of onthard water.
(5) De vijftien punten in de bovenstaande tabel vertegenwoordigen
de typische oorzaken van corrosie en kalkafzetting.
(6) Doorvoerwater kan corrosie veroorzaken.
Gebruik geen doorvoerwater.
7-5 Onderhoud van de lamellenwarmtewisselaar
De performance van een lamellenwarmtewisselaar kan verminderen
als gevolg van kalkafzetting. De warmtewisselaar kan bevriezen als
gevolg van de verlaging van het debiet en daardoor beschadigen.
Het is daarom noodzakelijk om regelmatig onderhoud uit te voeren
om kalkafzetting te voorkomen.
1.
Voer, voordat het gebruiksseizoen aanbreekt, eerst de volgende
inspecties uit:
1) Voer een waterkwaliteittest uit zorg ervoor dat het water vol-
doet aan de standaard.
2) Reinig de zeef.
3) Zorg ervoor dat het debiet correct is.
6
Tendens (1)
(2)
Circulatiewa-
Suppletie-
Kalkafzet-
ter
Corrosie
water
ting
20°C – 60°C)
7,0 t/m
7,0 t/m
8,0
8,0
Minder
Minder
dan 30
dan 30
Minder
Minder
dan 50
dan 50
Minder
Minder
dan 50
dan 50
Minder
Minder
dan 50
dan 50
Minder
Minder
dan 70
dan 70
Minder
Minder
dan 50
dan 50
Minder
Minder
dan 30
dan 30
Minder
Minder
dan 1,0
dan 0,3
Minder
Minder
dan 1,0
dan 0,1
Wordt niet
Wordt niet
gede-
gede-
tecteerd
tecteerd
Minder
Minder
dan 0,3
dan 0,1
Minder
Minder
dan 0,25
dan 0,3
Minder
Minder
dan 0,4
dan 4,0
—
—
4) Zorg ervoor dat de bedrijfscondities (druk, debiet, retourtem-
peratuur enzovoort) normaal zijn.
2.
Omdat de lamellenwarmtewisselaar niet gedemonteerd of gereinigd
kan worden, moet deze op de volgende manier gereinigd worden:
1) Voor onderhoudsdoeleinden moet er voorzien worden in een
aansluiting op zowel de aanvoer als de afvoer. Als de platen-
warmtewisselaar met chemische middelen wordt gereinigd
moet er tussen deze twee aansluitingen een circulatiepomp
worden gezet.
Om kalkafzetting in de platenwarmtewisselaar te verwijderen
wordt een 5%-oplossing van mierenzuur, citroenzuur, oxaalz-
uur, azijnzuur of fosforzuur aanbevolen.
Gebruik nooit zoutzuur, zwavelzuur of salpeterzuur omdat dit
sterk corrosief werkende oplossingen zijn.
2) Breng afsluiters aan zowel vóór de wateraanvoeraansluiting
als na de waterafvoeraansluiting.
3) Sluit de leiding voor de circulatie van reinigingschemicaliën
aan op aanvoer van de lamellenwarmtewisselaar. Laat de
reinigingsoplossing van 50 - 60°C een tijdje in de lamellen-
warmtewisselaar staan. Pomp vervolgens de oplossing
gedurende 2 - 5 uur door de warmtewisselaar. De reiniging-
stijd hangt af van de temperatuur van de oplossing en de mate
van kalkafzetting. U kunt zien hoeveel kalkafzetting verwijderd
is aan de hand van de verkleuring van de oplossing.
Meer informatie over het aansluiten van de bekabeling naar de
centrale afstandsbediening vindt u in de installatiehandleiding
van de centrale afstandsbediening.
4) Laat de oplossing, nadat deze voldoende lang in de
warmtewisselaar rondgepompt is, af en vul de lamellen-
warmtewisselaar vervolgens met een oplossing van 1 - 2%
natriumhydroxide (NaOH) of natriumbicarbonaat (NaHCO
Pomp deze oplossing gedurende 15 - 20 minuten rond om de
achtergebleven zuurresten te neutraliseren.
5) Spoel vervolgens het inwendige van de warmtewisselaar goed
door met schoon water.
6) Controleer, wanneer u een in de handel verkrijgbaar reinig-
ingsmiddel gebruikt, eerst of het middel niet agressief is voor
roestvast staal en koper.
7) Meer informatie over de te gebruiken reinigingsmethode kunt
u opvragen bij de fabrikant van het betreffende middel.
3.
Zorg er, nadat het reinigen voltooid is, voor dat het apparaat weer
op de normale manier gebruikt kan worden.
8.
BEDRADING BUITEN HET APPARAAT
Voorzorgsmaatregelen
• Alle bekabeling buiten het apparaat en alle componenten
moeten door een erkend elektrotechnisch installateur worden
geïnstalleerd en moeten voldoen aan de ter plaatse en landelijk
geldende voorschriften.
• De bedrading buiten het apparaat moet worden uitgevoerd zoals
is weergegeven in het elektrische schema en onderstaande
instructies.
• Gebruik een schone leiding. Gebruik nooit een voedingsbron die
gedeeld moet worden met een ander apparaat.
• Schakel het systeem niet voordat alle koelmiddelleidingen correct
en deugdelijk gemonteerd zijn.
(als de leidingen niet deugdelijk zijn gemonteerd, kan de com-
pressor beschadigen.)
• Verwijder nooit de thermistor, sensor of vergelijkbare apparaten bij
het aansluiten van de voedingskabel en de besturingsbekabeling.
(als het systeem zonder thermistor, sensor en vergelijkbare appa-
raten ingeschakeld wordt, kan de compressor beschadigen.)
• Monteer altijd een aardlekschakelaar.
(dit apparaat gebruikt een omvormer; monteer daarom een
aardlekschakelaar die geschikt is voor hogere harmonischen om
een storing van de aardlekschakelaar zelf te voorkomen.)
• Dit product is uitgerust met een fase-omkeerbescherming die
alleen werkt wanneer het product ingeschakeld is.
• Laat de unit niet lopen door de beschermingsvoorziening (S1PH)
te overbruggen. Wanneer de mogelijkheid van een omgekeerde
fase, een losse fasedraad of een kortstondige stroomonderbrek-
ing aanwezig is, terwijl het product in bedrijf is, moet ter plaatse
een beschermingscircuit tegen faseomkering worden gemon-
teerd. Wanneer het product in de verkeerde richting draait kunnen
zowel de compressor als andere onderdelen beschadigd raken.
• Maak de voedingskabel stevig vast.
• Wanneer de voedingsspanning wordt ingeschakeld zonder N-
fase of met de N-fase verkeerd aangesloten zal de apparatuur
beschadigd worden.
).
3
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
