Beeld- of geluidsproblemen oplossen
Bewerking > Inhoudsweergave > Overlay-effect
s
• Controleer of u de juiste instellingen voor Projectie hebt geselecteerd in het
menu Installatie van de projector.
g g Verwante koppelingen
• "Installatie-instellingen projector - Menu Installatie"
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Afbeelding"
• "Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven"
• "De beeldpositie aanpassen met de schermpositie"
• "Effecten toevoegen aan uw geprojecteerde beeld"
Oplossingen wanneer het beeld niet rechthoekig is
Probeer één van de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld niet
gelijkmatig rechthoekig is.
• Plaats de projector direct voor het midden van het scherm, indien mogelijk
in een rechte hoek.
• Druk op een keystone-knop op de projector om de beeldvorm aan te
passen.
• Pas de instelling Quick Corner aan om de beeldvorm te corrigeren.
Installatie > Geometrische corr. > Quick Corner
s
• Pas de instelling Boogcorrectie aan om de beeldvorm die wordt
geprojecteerd op een gebogen oppervlak, te corrigeren.
Installatie > Geometrische corr. > Boogcorrectie
s
• Pas de instelling Puntcorrectie aan om een lichte vervorming die
gedeeltelijk optreedt, te corrigeren.
Installation > Geometrische corr. > Puntcorrectie
s
g g Verwante koppelingen
• "De beeldvorm corrigeren met de keystone-knoppen"
• "De beeldvorm corrigeren met Quick Corner"
• "De vorm van een beeld corrigeren met boogcorrectie"
• "De vorm van een beeld corrigeren met puntcorrectie"
pag.228
pag.223
pag.306
pag.58
pag.145
pag.64
pag.65
pag.68
pag.70
Oplossingen wanneer het beeld ruis bevat of statisch
is
Probeer de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld elektronische
interferentie (ruis) vertoont of statisch is:
• Controleer de kabels die uw computer of videobron verbinden met de
projector. Ze moeten:
• Gescheiden zijn van de voedingskabel om interferentiestoring te
voorkomen
• Veilig aangesloten zijn op beide uiteinden
• Niet aangesloten zijn op een verlengsnoer
• Pas de instellingen voor Ruisvermindering, MPEG ruisonderdrukking en
Deinterlacing aan in het menu Afbeelding van de projector.
• Stel Resolutie in op Automatisch in het menu Afbeelding van de projector.
• Selecteer een computervideoresolutie en vernieuwingsfrequentie die
compatibel zijn met de projector.
• Als u projecteert vanaf een computer met een VGA-computerkabel, drukt u
op de afstandsbediening op de knop [Auto] om de Tracking en Sync.
automatisch aan te passen. Als de beelden niet correct worden aangepast,
past u de instellingen Tracking en Sync. handmatig aan in het menu
Afbeelding van de projector.
Afbeelding > Aanpassing analoog signaal > Tracking
s
Afbeelding > Aanpassing analoog signaal > Sync.
s
• Als u de beeldvorm hebt aangepast met de bedieningselementen van de
projector, moet u proberen de instelling Scherpte in het menu Beeld van de
projector te verlagen om de beeldkwaliteit te verbeteren.
• Als u een verlengsnoer hebt aangesloten, kunt u proberen te projecteren
zonder dit snoer om te zien of deze de storing in het signaal veroorzaakt.
• Controleer of u de juiste instelling voor Signaalformaat of EDID hebt
opgegeven in het menu Signaal I/O van de projector, indien deze
beschikbaar zijn voor uw beeldbron.
• Als u de functie USB Display gebruikt, schakelt u de instelling Gelaagd
venster verzenden onder het programma Instellingen Epson USB Display
op uw computer in.
285