Beeldvorm
f
Selecteer Puntcorrectie en druk op [Enter].
Voor de fijnafstemming selecteert u Quick Corner om de vorm
en grootte van een beeld ruwweg te corrigeren. Selecteer dan
Puntcorrectie om ze nauwkeurig aan te passen.
a
g
Selecteer het puntnummer en druk op [Enter].
U ziet het raster op het geprojecteerde beeld.
Als u de rasterkleur wilt wijzigen voor zichtbaarheid, drukt u op
[Esc], en selecteert u vervolgens een andere instelling
Patroonkleur in het menu Puntcorrectie.
a
h
Gebruik de pijlknoppen om het punt dat u wilt corrigeren, te
verplaatsen en druk dan op [Enter].
i
Gebruik de pijlknoppen om de vervorming te corrigeren zoals nodig.
j
Om eventueel resterende punten te corrigeren, drukt u op [Esc] om
terug te keren naar het vorige scherm en herhaalt u stappen 8 en 9.
k
Druk op [Esc] wanneer u klaar bent.
• Om de huidige vorm van een beeld dat u hebt aangepast, op te slaan,
selecteert u Opslaan in geheugen. U kunt maximaal drie
beeldvormen opslaan in het geheugen.
a
s Installatie > Geometrische corr. > Geheugen > Opslaan in
geheugen
• Om de instellingen voor Puntcorrectie te resetten naar hun originele
posities, selecteert u Resetten op het scherm Puntcorrectie.
g g Verwante koppelingen
• "De beeldvorm corrigeren met Quick Corner"
De beeldvorminstelling laden uit het geheugen
U kunt de beeldvorminstellingen die u hebt geselecteerd en in het geheugen
van de projector hebt opgeslagen, laden en ze toepassing op het huidige beeld.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
72
pag.65