Interactieve instellingen projector - Menu Interactief
Menu Interactief - Menu Afdrukken
Via de instellingen in het menu Afdrukken kunt u de afdrukinstellingen
selecteren.
Instelling
Opties
Printer
USB-printer
Netwerkprinter
Uit
Printeradres
Verschillende IP-
adressen
Printertype
Automatisch
detecteren
Compatibel met
PCL6
ESC/P-R
PCL-type
Normaal
Modus 1
Modus 2
Testafdruk
—
Standaardpapierfor
A4
maat
Letter
Beschrijving
Stelt de standaardprinter voor afdrukken
in.
Voer het IP-adres in voor de
netwerkprinter. U mag de volgende IP-
adressen niet gebruiken: 127.x.x.x,
192.0.2.x of 224.0.0.0 tot en met
255.255.255.255 (waarbij x is een getal is
van 0 tot 255). Om de standaardwaarde
van het IP-adres opnieuw in te stellen,
voert u 0.0.0.0 in.
Stelt het type aangesloten printer in. In
de meeste gevallen moet u dit op
Automatisch detecteren houden.
Als het afdrukken mislukt wanneer een
PCL6-printer wordt gebruikt in de
modus Normaal, moet u proberen te
wijzigen naar Modus 1 of Modus 2. U
zult mogelijk niet correct kunnen
afdrukken als deze instelling niet
overeenkomt met het printertype en de
printerinstellingen van de aangesloten
netwerkprinter.
Drukt een testpagina af.
Stelt het standaardpapierformaat in.
Menu Interactief - Menu Opslaan
Via de instellingen in het menu Opslaan kunt u de instellingen voor het
opslaan selecteren.
Instelling
Opties
USB-opslag
Aan
Uit
PC via USB-kabel
Aan
Uit
Netwerkmap
Aan
Uit
CIFS-server
Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen " *
+ , : ; < = > ? [ \ ] ` |
en spaties)
Pad gedeelde map
Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen " * / :
< > ? en |)
Gebruikersnaam
Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
Wachtwoord
Maximaal 64
alfanumerieke
tekens
(gebruik geen : en
spaties)
250
Beschrijving
Stel dit in op Aan om het bestand op te
slaan op een USB-opslagapparaat.
Stel dit in op Aan om het bestand op te
slaan naar een apparaat dat is
aangesloten op de projector met een
USB-kabel.
Stel dit in op Aan om het bestand op te
slaan naar de netwerkmap.
Voer het IP-adres of FQDN (Fully
Qualified Domain Name) in voor de
CIFS-server. U mag de volgende IP-
adressen niet gebruiken: 127.x.x.x,
192.9.2.x of 224.0.0.0 tot en met
255.255.255.255 (waarbij x is een getal is
van 0 tot 255). Als u een FQDN opgeeft,
moet u een DNS-server configureren.
Voer de naam van de netwerkmap in
"naam voor delen\mapnaam" of "naam
voor delen" in.
Voer een gebruikersnaam in die lees-
/schrijfprivileges heeft voor de
netwerkmap. U kunt een domeinnaam
invoeren door deze toe te voegen vóór de
gebruikersnaam en te scheiden door een
backslash (domein\gebruikersnaam).
Voer een wachtwoord in voor de
gebruikersnaam. Voer vervolgens het
wachtwoord in en selecteer OK, wordt
het wachtwoord weergegeven als een
sterretje (*).