Klik op
om de gemarkeerde gebieden te deselecteren en vervolgens het scanlichaam
9
te deïnstalleren.
Herhaal bovenstaande stappen voor alle resterende scanlichamen.
10
Wanneer u het scanlichaam gescand heeft, ga dan verder met de stap Controleren.
11
Als zich rondom het scanlichaam overmatig veel zacht weefsel bevindt, klik dan
op
u naar de volgende stap gaat.
58
Hoofdstuk 5 Workflow Implantaat scannen
en gebruik een van de snijfuncties om dat te verwijderen voordat