Pagina 1
I N S T A L L A T I E V O O R S C H R I F T E N GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS S.W.B.-serie / gesloten uitvoering met ontsteekautomaat Type B-8 M(D)G E Bewaren bij het toestel ID-nummer: 63/AQ/0650 Gas-categorie Toestel-categorie...
1. Uitvoering 1.1 Algemeen De Brink gasgestookte luchtverwarmer B-8 M(D)G E bestaat uit twee modulen nl. : - gasgestookte warmtemodul B-8 M(D)G E - uitblaasmodule B-8 U De luchtverwarmer wordt standaard geleverd in onderuitblazende (Downflow) uitvoering; op aanvraag is een bovenuitblazende (Upflow) uitvoering in serieproductie leverbaar.
1. Uitvoering 1.2 Warmtemodul Het gasgestookte warmtemodul wordt compleet geleverd met alle regel- en beveiligingsapparatuur. Het toestel is voorzien van een regelkastje, waarin alle elektrische aansluitingen dienen te worden gemaakt zoals voeding, ruimtethermostaat en eventueel warmteterugwinning. Onder het regelcompartiment is een thermostaat geplaatst. Deze thermostaat (comfortthermostaat) regelt d.m.v.
1. Uitvoering 1.3 Uitblaasmodule Het uitblaasmodule wordt onder de warmtemodule geplaatst in geval van een Downflow-uitvoering en op de warmtemodule in geval van een Upflow-uitvoering (zie figuur 3 blz 6) . Hieraan worden de warmeluchtaansluitingen gemaakt naar de diverse kanalen. Standaard is dit uitblaasmodule inwendig geïsoleerd zodat het warmteverlies zoveel mogelijk wordt beperkt.
2. Installeren 2.1 Plaats van opstelling Bij de plaatsbepaling van de luchtverwarmer dient men rekening te houden met de volgende punten: Zo dicht mogelijk bij de speciale combi of triplo dakdoorvoer. Zo centraal mogelijk t.o.v. de luchtkanalen. Op een toegankelijke plaats waar voldoende ruimte is voor service. Indien de luchtverwarmer wordt uitgevoerd met een vrije retour dan dient de opstellingsruimte in open verbinding te staan met de rest van de woning.
Figuur 3. Plaatsing afdichtband. 2.5 Verbinden met kanalensysteem Ter aanvulling op de richtlijnen zoals deze in de Brink ontwerphandleiding worden gegeven, dient men bij het aansluiten van de kanalen de volgende punten in acht te nemen: In ieder afgaand kanaal op een goed bereikbare plaats een inregelklep monteren.
2. Installeren 2.7 Elektrische aansluitingen De elektrische aansluitingen dienen door een erkend installateur te geschieden overeenkomstig de NEN 1010 en aan de eisen van het plaatselijk energiebedrijf. De werkzaamheden omvatten: Het aanleggen van een elektrische voeding 230V ~ 50 Hz met aardleiding afgewerkt op een dubbelpolige werkschakelaar met aardcontact of een wandcontactdoos met randaarde.
2. Installeren 2.9 Aansluitpunten 2938 Figuur 5. Aansluitpunten B-8 MG E (Upflow) A = Gasaansluiting B = Doorvoer thermostaatkabel C = Doorvoer voedingskabel 230 V. D = Doorvoer kabel naar WTW (indien van toepassing) E = Doorvoer naar schakelaar WTW (indien van toepassing)
De verbinding met het afvoermateriaal voor de verbrandingsgassen moet overeenkomstig de eisen van dit installatievoorschrift worden uitgevoerd; alleen dan geldt het verkregen CE-keur. Als materiaal moet worden gebruikt Brink gasdicht aluminium rookgasafvoer volgens NEN 7203. Als dakdoorvoer dient de speciaal ontworpen combipijp (zie figuur 7, blz 10) te worden gemonteerd.
Pagina 12
2. Installeren = Verbrandingslucht = Rookgassen = Afvoerkap ø100 2570 Figuur 7 : Combipijp B-8 M(D)G E. Installatievoorschriften B-8 M(D)G E maart 2003 -10-...
Pagina 13
2. Installeren = Verbrandingslucht = Rookgassen = Ventilatielucht = Afvoerkap ø100 2571 Figuur 8 : Triplopijp B-8 M(D)G E. Installatievoorschriften B-8 M(D)G E maart 2003 -11-...
2. Installeren 2.13 Gecombineerde dakdoorvoer Het toestel mag alleen met de door Brink Climate Systems B.V. ontwikkelde combi- of triplo Verticale dakdoorvoer worden geïnstalleerd. - combidakdoorvoer Brink artikelcode 12.60.00 - triplodakdoorvoer Brink artikelcode 12.70.00 Uitmonding in willekeurige en gehele dakvlak toegestaan.
Pagina 15
2. Installeren VOORBEELD 2479 Figuur 9 : Rookgasaansluiting B-8 M(D)G E met combipijp. VOORBEELD 2613 Figuur 10 : Rookgasaansluiting B-8 M(D)G E met triplopijp. Installatievoorschriften B-8 M(D)G E maart 2003 -13-...
2. Installeren 2.14 Blokschema regeling en beveiliging 5051 Figuur 11 Blokschema regeling en beveiliging Installatievoorschriften B-8 M(D)G E maart 2003 -14-...
3. In bedrijf stellen en inregelen 3.1 In bedrijf stellen van het toestel Zet ruimtethermostaat laag. Elektriciteit inschakelen. Ontlucht de gasleiding. Gaskraan openen. Ruimtethermostaat op de gewenste temperatuur instellen. Na een korte wachttijd zal de ontsteekautomaat op de beveiligingsafsluiter d.m.v. een ontsteek/ionisatiepen de brander ontsteken.
3. In bedrijf stellen en inregelen Wanneer men de brander wil gaan inschakelen d.m.v. de comfortschakelaar dienen de volgende handelingen en controles te worden verricht: Zet de zomer/winterschakelaar op winterstand. Schakel de comfortschakelaar in ("aan"). Controleer of de ruimtethermostaat "niet-warmtevragend" staat! Controleer of de ventilator in laagstand draait.
3. In bedrijf stellen en inregelen 3.3 Uitschakelen van het toestel Zet de ruimtethermostaat zo laag mogelijk. Sluit de gaskraan. Indien geen ventilatie in de woning wordt gewenst, minimaal 5 minuten wachten met het uitschakelen van de elektriciteit. Daarna de zomer/winterschakelaar op zomerstand zetten. 3.4 Controle van het gasverbruik Sluit alle andere gastoestellen af welke op dezelfde gasmeter zijn aangesloten.
3. In bedrijf stellen en inregelen 3.5 Inregelen van het luchtverwarmingssysteem Benodigd gereedschap: - 2 insteekthermometers van -10 C tot 110 - 1 luchtsnelheidsmeter A. Inregelen van het temperatuurverschil ∆T over warmtemodule 1. Stel de luchtverwarmer in bedrijf en laat het toestel minstens 15 minuten branden met de reeds juist ingestelde hoeveelheid gas en de systeemventilator in hoogstand.
Pagina 22
3. In bedrijf stellen en inregelen B. Inregelen van de luchthoeveelheid Ook hier geldt dat het systeem stabiel moet zijn, voordat men verder gaat inregelen. 2. Controleer op alle roosters en ventielen de luchthoeveelheid met de volgende formules: Algemeen geldt: ----------------------------------------- = m/min. vrije doorlaat rooster x 60 Voor toevoerrooster 57 x 305 geldt: ------- = m/min.
3. In bedrijf stellen en inregelen 3.6 Storingen Indien het toestel niet werkt, kan dit als reden hebben dat: - De ruimtethermostaat te laag is ingesteld bij verwarmingsstand. - De comfortschakelaar is uitgeschakeld bij comfortstand. De elektrische stroom is uitgevallen, de zekering van de desbetreffende eindgroep of de zekering in het toestel is doorgebrand.
4. Onderhoud 4.1 Onderhoud door gebruiker Het onderhoud voor de gebruiker is beperkt tot het periodiek reinigen van de filters. Afhankelijk van de stofproductie in de woning wordt in eerste instantie geadviseerd het filter iedere maand te reinigen. Alle toestellen moeten met een filter worden gebruikt. Reinigen van het filter door de gebruiker 1.
5. Elektrische schema’s 5.3 Brandbeveiliging Extra leverbaar is een brandbeveiligingsset. Deze wordt geplaatst in de 230 V. voeding van de luchtverwarmer. Een separate brandmelder signaleert wanneer de omgevingstemperatemperatuur stijgt tot boven de 35 C. Bij in werking treden van de brandmelder wordt voeding naar luchtverwarmer afgesloten, terwijl tegelijk een akoestisch signaalgever wordt ingeschakeld.
Type toestel, serienummer en bouwjaar staan vermeld op de opschriftplaat welke in het toestel is geplaatst. Wijzigingen voorbehouden Brink Climate Systems B.V. streeft steeds naar verbetering van producten en behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving veranderingen in de specificaties aan te brengen. Installatievoorschriften B8M(D)G maart 2003...
90/396/EEG, de machinerichtlijn 89/392/EEG, de laagspanningrichtlijn 73/23/EEG en de EMC-richtlijn 89/336/EEG. Brink Climate Systems B.V. staat er garant voor dat deze SWB-serie luchtverwarmers worden vervaardigd uit hoogwaardige materialen en dat deze door de voortdurende kwaliteitscontrole aan de bovengenoemde richtlijnen voldoen.
Pagina 31
Brink Climate Systems B.V. Postbus 24, 7950 AA Staphorst R.D. Bügelstraat 3, 7951 DA Staphorst E-mail: info@brinkclimatesystems.nl www.brinkclimatesystems.nl Tel.: 0522 46 9944 610481 Fax. 0522 46 94 00 druk, maart 2003...