Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

3.6 Storingen

Indien het toestel niet werkt, kan dit als reden hebben dat:
1.
- De ruimtethermostaat te laag is ingesteld bij verwarmingsstand.
- De comfortschakelaar is uitgeschakeld bij comfortstand.
2.
De elektrische stroom is uitgevallen, de zekering van de desbetreffende eindgroep of de zekering
in het toestel is doorgebrand.
3.
De gaskraan is gesloten of er is nog lucht in de gastoevoerleiding.
Wanneer de storingslamp op de ontsteekautomaat brandt, dan de ontsteekautomaat resetten
d.m.v. de resetknop (zie figuur 14, blz 17).
4.
Het toestel ontsteekt wel maar de brander gaat na korte tijd weer uit.
De voeding is niet juist aangesloten; draai de fase en de nul om (bij steker de steker omdraaien)
omdat de ontsteekautomaat fasegevoelig is.
Na juiste aansluiting van de voeding de ontsteekautomaat "resetten" middels resetknop
ontsteekautomaat (zie figuur 2 nr. 13, blz 3).
5.
De warmtemodule is oververhit geweest en in storing gevallen.
Deze storing kan veroorzaakt zijn door:
a) de filters zijn sterk vervuild
b) de systeemventilator draait niet
c) er zijn teveel uitblaasroosters dichtgezet
De storing kan worden opgeheven door de warmtemodule te laten afkoelen en de resetknop
maximaalthermostaat in te drukken (zie figuur 2 nr. 2, blz. 3).
Indien de storing een andere oorzaak heeft, dan het toestel uitzetten en de installateur waarschuwen.
Indien ten gevolge van een storing een onderdeel vervangen moet worden, moet hiervoor het
desbetreffende onderdeel volgens bijgevoegde onderdelenlijst besteld worden.
3. In bedrijf stellen en inregelen
Installatievoorschriften B-8M(D)G maart 2003
-21-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

B-8 md e

Inhoudsopgave