NL
Pagina 52
4. Montage
4.1
Opmerkingen m.b.t. montage
De montage van de KFG-pompenaggregaten
is uitvoerig beschreven in de bij deze
gebruikshandleiding horende
montagehandleiding. Bijkomende informatie/
aanwijzingen betreffende de montage van KFG
(S) (L) (C) pompenaggregaten vindt u hierna
terug.
4.2
Montage van de KFG (S) (L) ( C)
Pompaggregaten
De montage moet uitgevoerd worden in
overeenstemming met de bijgevoegde
montagehandleiding en met de in dit
hoofdstuk aangegeven informatie/
aanwijzingen.
5. Opbouw en functie
5.1 Algemeen
Bij de pompaggregaten van de KFG-, KFGS-,
KFGL- en KFGC-types gaat het om elektrisch
aangedreven reservoirpompaggregaten
(zuigerpompen) met of zonder geïntegreerde
besturingsunit. De pomp verzorgt een juiste
smeermiddeltoevoer voor centrale
smeersystemen met progressieve verdelers of
1-leiding verdelers op de machines, systemen
en voertuigen. De pompaggregaten verschillen
in grootte van het smeermiddelreservoir, het
vullen van het smeermiddel alsook de besturing
en de functiebewaking.
Door krachtige CAN-bus besturingsvarianten
kunnen met een aggregaat en speciale ventielen
tot vier smeercircuits onafhankelijk van
smeermiddel worden voorzien.
Opmerking!
De exacte pompaanduiding van de CAN-
busvariant wordt samengesteld m.b.v. een
bestelcode en begint met de aanduiding KFGC.
Voor het vereenvoudigen van de omschrijving
wordt deze pompvariant hieronder KFGC
genoemd.
4. Montage/ 5. Opbouw en functie
5.2
Opbouw
De pompaggregaten van de KFG-,
KFGS-, KFGL- en KFGC-type kenmerken zich
door een compacte opbouw
en kunnen worden opgedeeld naar type
pompbehuizing, smeermiddelreservoir,
besturingsunit en bewaking vulniveau.
Hieronder volgt een beknopte omschrijving
van de desbetreffende types.
5.2.1 Pompbehuizing
De pompbehuizing omvat onder meer de
pompaandrijving, de besturingsunit (KFGS, KFGL,
KFGC) alsook drie uitgangen voor de montage
van max. drie pompelementen. Op ieder
pompelement kan een drukbegrenzingsklep
worden aangesloten. Bij gebruik in een
1-leidingssmeersysteem wordt op het
pompelement een ontlastklep met geïntegreerde
drukbegrenzingsklep gemonteerd (KFGL met
maximaal twee smeerleidingen per pomp).
Op de pompbehuizing kan naar keuze naast de
smeernippel een vulaansluiting worden
gemonteerd voor het vullen van de pomp bij