NL
Pagina 32
Programmering:
- zie hoofdstuk 9 van de gebruikshandleiding
Besturing door machine-impulsen
(Countermodus = lastafhankelijke smering)
De duur van de onderbrekingstijd wordt hier
door een impulssensor bepaald die afhankelijk
van de inzetduur van het voertuig impulsen
stuurt naar het besturingsapparaat.
De inkomende impulsen worden door het
besturingsapparaat geteld en na een vooraf
ingesteld aantal impulsen wordt de pomp
gestart. De pomplooptijd zelf is dan met een
tijdwaarde gedefinieerd. Het aantal impulsen
voor het definiëren van de onderbrekingstijd
alsook de pomplooptijd zijn configureerbaar.
De bewaking van het vulniveau is intern
aangesloten op de geïntegreerde
pompbesturing. Middels de meldindicator SL2
kan een storingsmelding worden doorgegeven
aan het procesbedieningsniveau.
In de countermodus wordt bij een
gesloten drukknop bij elke inschakeling
van de bedrijfsspanning een impuls
geteld.
4.7.2 Aansluitmogelijkheden
Countermodus zonder systeembewaking
KFGS-aansluiting, afb. 18
KFGS...
1
2
3
4
X1
SL2
DK
2,4 W
F
31
15
Programmering: cPA, tCO, COP = OFF
PIN
Code
Toewijzing
1
31
- Potentiaal stroomvoorziening (0 V, GND)
2
15
+ Potentiaal stroomvoorziening "Ontsteking AAN"
3
DK
Drukknop = 1. Tussensmering, 2. Storingsmelding wissen
4
SL2
Meldindicator "Storing"
5
ZS
Zuigerdetector "+"
6
ZS
Zuigerdetector "Signaal"
7
SL1
Meldindicator "Pomp AAN"
4.7.3 Aansluitmogelijkheden
Countermodus met systeembewaking
1
5
6
7
X1
31
Programmering: cPA, tCO, COP = CS
Stekkertoewijzing in de countermodus
Montagehandleiding
KFGS-aansluiting, afb. 19
KFGS...
2
3
4
5
6
7
DK
ZS
SL2
2,4 W
F
15