Veiligheidsinstructies
1
Veiligheidskenmerken en veiligheidsmaatregelen
U heeft gekozen voor een apparaat dat u zeer veel veiligheid
biedt.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de geldende Europese en
nationale EG-Richtlijnen. Wij bevestigen dit met het CE-symbool.
De hiervoor opgestelde conformiteitsverklaring kan worden aan-
gevraagd bij GMC-I Messtechnik GmbH.
De TRMS Digital multimeter is gebouwd en gekeurd conform de
veiligheidsbepalingen
IEC 61010–1:2001 / DIN EN 61010–1/VDE 0411–1:2002. Bij
doelmatig gebruik (zie pagina 10) garandeert het zowel de veilig-
heid van de persoon die het bedient alsook die van het apparaat
zelf. Deze veiligheid is echter niet gegarandeerd als het apparaat
op ondoelmatige wijze wordt bediend of als er op onachtzame
wijze mee wordt omgegaan.
Om de veiligheidstechnisch feilloze toestand van het apparaat te behou-
den en het gevaarloos gebruik ervan te garanderen, is het absoluut nood-
zakelijk dat u de gebruiksaanwijzing van het apparaat vóór gebruik zorg-
vuldig en volledig doorlezen en de instructies op alle punten opvolgt.
8
Meetcategorieën en hun betekenis volgens IEC 61010-1
CAT
Metingen aan stroomkringen
I
die niet rechtstreeks met het net verbonden zijn:
bijv. boordnetten in motorvoertuigen of vliegtuigen, batterijen ...
Metingen aan stroomkringen
II
die rechtstreeks elektrisch verbonden zijn met het laagspanningsnet:
met stekkers, bijv. in het huishouden, op kantoor, in laboratoria ...
Metingen in de gebouweninstallatie:
III
stationaire verbruikers, verdeleraansluiting, apparaten vast aan de verdeler
Voor uw meetapparaat geldt de meetcategorie
en de toegewezen maximum nominale spanning,
bijv. 600 V CAT II die op het apparaat gedrukt staat.
Houdt u zich aan de volgende veiligheidsmaatregelen:
• De multimeter mag niet in een Ex-omgeving worden gebruikt.
• De multimeter mag alleen bediend worden door personen die
in staat zijn, contactgevaren te herkennen en veiligheidsmaat-
regelen te nemen. Er is volgens de norm altijd sprake van con-
tactgevaar op plaatsen waar spanningen kunnen voorkomen
die hoger liggen dan 33 (effectieve waarde) resp 70 V DC.Als u
metingen verricht, waarbij contactgevaar bestaat, dan mag u
niet alleen werken. Haal er een tweede persoon bij.
• De maximaal geoorloofde spanning
tussen de spanningsmeetaansluitingen resp. alle aansluiting
t.o.v. aarde bedraagt 600 V in de meetcategorie II resp. 300 V
in de meetcategorie III.
• Houd er rekening mee dat aan meetobjecten (bijv. aan defecte
apparaten) onvoorziene spanningen kunnen voorkomen. Con-
densatoren kunnen bijv. gevaarlijk geladen zijn.
Definitie
GMC-I Messtechnik GmbH