Instellingen voor
MIDI-functies
Hier volgt een beschrijving van de MIDI-functies van de
GT-6. U kunt ze naar eigen wens instellen.
1. Druk een aantal malen op [UTILITY] tot de volgende
display verschijnt.
2. Druk op PARAMETER
[ ] [ ]
u wenst in te stellen in het display verschijnt.
3. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om de
instellingswaarde te wijzigen.
4. Herhaal indien nodig stappen 2 en 3.
6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.
MIDI RX Channel (MIDI-ontvangstkanaal) 1-16
Hiermee stelt u het MIDI-kanaal in dat wordt gebruikt voor
het ontvangen van MIDI-berichten.
* De fabrieksinstelling is "1".
MIDI Omni Mode Omni off, Omni on
Bij de instelling "Omni on" worden berichten ontvangen op
alle kanalen, ongeacht de instellingen van de MIDI-kanalen.
* Zelfs wanneer Omni Mode is ingeschakeld, zullen de enige
Exclusive berichten die worden ontvangen bestemd zijn voor
Device ID data, ingesteld met "Device ID".
* De fabrieksinstelling is "Omni On".
zodat de parameter die
Hoofdstuk 9 Het gebruik van MIDI
MIDI TX Channel (MIDI-verzendkanaal)
1-16, Rx
Hiermee stelt u het MIDI-kanaal in dat wordt gebruikt voor
het verzenden van MIDI-berichten. Bij de instelling "Rx" is
dit MIDI-kanaal hetzelfde als het MIDI-ontvangstkanaal.
* De fabrieksinstelling is "Rx".
MIDI Device ID 1-32
Hiermee stelt u het Device ID in dat wordt gebruikt voor
het verzenden en ontvangen van van Exclusive berichten.
* De fabrieksinstelling is "1".
MIDI Sync Clock Auto, Internal
Hiermee kunt u de werking synchroniseren van een
sequencer of ander extern MIDI-apparaat.
Auto:
Indien de gegevens van de MIDI-klok van het
externe MIDI-apparaat niet worden ontvangen,
zal de uitvoering worden gesynchroniseerd met
het tempo zoals vastgelegd in MASTER BPM;
Indien de gegevens van de MIDI-klok van het
externe MIDI-apparaat wel worden ontvangen,
zal de uitvoering daarmee worden
gesynchroniseerd.
Internal: De uitvoering zal worden gesynchroniseerd met
het tempo zoals vastgelegd in MASTER BPM.
* De fabrieksinstelling is "Auto".
65