Hoofdstuk 5 Instellingen voor het gebruik van het expressie- en schakelpedaal
Pedaalinstellingen voor het schakelpedaal
P01: OD/DS
P02: DELAY
P03: CHORUS
P04: EQ
P05: FX-1
P06: FX-2
P07: WAH
P08: TUNER
P09: BPM (TAP)
P10: MANUAL
1. Druk op [PEDAL ASSIGN].
2. Druk op PARAMETER
displays ziet.
(Expressiepedaal schakelaar)
(Schakelpedaal)
U kunt snel tussen de twee bovenstaande displays
schakelen door
(of
) ingedrukt te houden en te
[ ]
[ ]
drukken op
(of
).
[ ]
[ ]
3. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om de
pedaalinstelling te selecteren.
* Indien u het expressie- of het schakelpedaal niet gebruikt, kies
dan "Off".
4. Herhaal indien nodig stappen 2 en 3.
5. Om de instelling op te slaan, voert u de Write
procedure uit (pag. 22).
Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.
48
tot u de volgende
[ ] [ ]
"Quick Settings" wijzigen
Indien nodig kunt u de parameterwaarden van de Quick
Settings wijzigen.
1. Druk op [PEDAL ASSIGN].
2. Druk op PARAMETER
display ziet.
Expression Pedal Switch
Target
Expression Pedal Switch
Target value range: Min
Expression Pedal Switch
Target value range: Max
Expression Pedal Switch
Source Mode
CTL Pedal
Target
CTL Pedal
Target value range: Min
CTL Pedal
Target value range: Max
CTL Pedal
Source Mode
3. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om de
instelling te wijzigen.
4. Herhaal indien nodig stappen 2 en 3.
5. Om de instelling op te slaan, voert u de Write
procedure uit (pag. 22).
Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.
Target
De parameter die wordt ingesteld.
Target Variation Range
Hiermee stelt u het bereik in, waarbinnen de in te stellen
parameter zal wijzigen.
Het gebied tussen de minimum waarde (Min) en de
maximale waarde (Max) wordt gewijzigd.
Source Mode
Hiermee selecteert u de functie van de voetschakelaar (pag.
51).
tot u het volgende
[ ] [ ]