Phrase
Selecteert de frase.
Door de gebruiker geprogrammeerde frasen worden
gebruikt indien User 1-10 is geselecteerd.
Loop
Indien "Loop" is ingeschakeld, zal de frase voortdurend
worden teruggespeeld.
Tempo
Regelt de snelheid van de frase
* Als BPM is gekozen, zal de waarde van elke parameter worden
ingesteld volgens de waarde van de Master BPM (pag. 46),
zoals die voor elke patch gespecificeerd is. Dit maakt het
makkelijker effect geluidsinstellingen te bereiken die passen bij
het tempo van de song (wanneer de ingestelde cyclus wordt
versneld, wordt de cyclus gesynchroniseerd tot een 1/2 of 1/4
maal de maatlengte van de BPM).
Voor het instellen van de BPM, drukt u op PARAMETER
[ ] om het master BPM instellingsscherm te verkrijgen.
Sens (gevoeligheid)
Dit bepaalt de gevoeligheid van de triggering. Indien
ingesteld op een lagere waarde, zal met een zwakke
snaaraanslag de frase niet worden geactiveerd (de frase zal
dus gewoon doorspelen); alleen met een krachtige
snaaraanslag zal de frase worden geactiveerd, zodat deze
vanaf het begin wordt teruggespeeld. Bij een hogere waarde
zal de frase zelfs met een zwakke snaaraanslag worden
geactiveerd. Indien deze parameter is ingesteld op "100",
zal de triggering niet plaatsvinden.
Key
Selecteert de toonsoort van de compositie die u wilt spelen.
Attack
Regelt de kracht van de snaaraanslag (dynamiek). Door het
toevoegen van dynamiek aan elke noot van de frase kunt u
een effect creëren dat klinkt alsof de noten individueel
worden bespeeld.
Hold
Indien u hold inschakeld, nadat een noot is gespeeld, zal het
effect geluid aanhouden zelfs nadat er geen input signaal
meer is.
Effect Level
Dit regelt het volume van het effect geluid.
Direct Level
Dit regelt het volume van het basis signaal.
Creëren van nieuwe frasen (User Phrase)
Naast de 30 verschillende voorgeprogrammeerde frasen
kunt u zelf tot aan 10 nieuwe frasen (User phrases) creëren.
Hoofdstuk 4 De effecten uitgelegd
1. Druk op [FX-2] en vervolgens op PARAMETER
zodat "FX Select" wordt getoond.
2. Draai aan de PATCH/VALUE knop om "AR" te
selecteren.
3. Druk een aantal malen op [FX-2] om "Phrase" te
selcteren, en draai daarna aan de PATCH/VALUE knop
om "User 1-10" te selecteren.
4. Druk een aantal malen op PARAMETER
User Phrase instellingsscherm wordt getoond.
5. Druk op PARAMETER
[ ] [ ]
verplaatsen en draai daarna aan de PATCH/VALUE
knop om de User Phrase in te stellen.
User:
U kunt het nummer van de User Phrase instellen.
IN:
Stelt de klanknaam van het inputgeluid in. U kunt ook
afzonderlijke noten op uw gitaar spelen en de toon laten
beoordelen door de GT-6.
STEP:
U kunt op de gitaar spelen en de step vooruit instellen.
OUT:
Stel de toon van het outputgeluid in.
■ SYN (Guitar Synth)
Dit detecteert de toonhoogte van een elektrische gitaar en
stuurt een synthesizer geluid naar de output.
Als u een gitaar-synthesizer gebruikt, neemt dan
de volgende punten in acht.
* De functie werkt niet goed als er een akkoord wordt gespeeld.
Zorg ervoor dat alle andere snaren gedempt zijn en speel
slechts één enkele toon.
* Als u de volgende snaar gaat aanslaan, terwijl een ander
geluid nog klinkt, demp dan het vorige geluid en speel het
volgende met een duidelijke snaaraanslag.
* Als de eenheid de aanslag niet detecteert, zal het geluid niet
correct worden weergegeven.
Sensitivity
Dit regelt de gevoeligheid van de input. De response van de
interne geluidsbron is beter bij een hogere waarde voor de
instelling van de sensitivity; anderzijds zal het aantal
storingen toenemen. Probeer dus een zo hoog mogelijke
instelling zonder dat u last heeft van storing.
[ ] [ ]
totdat het
[ ]
om de cursor te
43