Hoofdstuk 5 Instellingen voor het gebruik van het expressie- en schakelpedaal
Effecten besturen met de GT-6 pedalen,
externe pedalen, en externe MIDI-apparaten
Deze instellingen worden aangebracht wanneer u effecten
bestuurt met het expressie- of schakelpedaal van de GT-6,
ofwel met externe pedalen of externe MIDI-apparaten die
op de GT-6 zijn aangesloten.
U kunt per patch tot aan acht afzonderlijke instellingen
aanbrengen (gebruik de "Assign numbers" 1-8) om vast te
leggen welke parameters door welke onderdelen worden
bestuurd.
1. Druk op [PEDAL ASSIGN].
2. Druk op PARAMETER
[ ] [ ]
display ziet.
3. Draai aan de PATCH/VALUE draaiknop om de
instelling te wijzigen.
4. Herhaal stappen 2 en 3 totdat de instellingen volledig
zijn.
Assign On/Off
Quick Setting
Target
Target value range: Min
Target value range: Max
Sourece
Source Mode
Action Range Low
Action Range High
5. Om de instelling op te slaan, voert u de Write
procedure uit (pag. 22).
Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play screen.
3
2
1
tot u het volgende
Assign ON/OFF (toewijzingen)
Hiermee selecteert u de acht Assign ON/OFF instellingen
(ASSIGN 1-8).
Stel alleen de assigns die u gaat gebruiken in op "Aan".
* Zorg ervoor dat Assign-instellingen die niet worden gebruikt
"Uit" staan.
Snel instellingen maken (Quick Setting)
Door het gebruik van Quick Settings kunt u de instellingen
van de onderstaande parameters snel voltooien, zonder dat
u ze allemaal afzonderlijk moet instellen.
Terwijl u in het Assign ON/OFF scherm draait aan de
PATCH/VALUE knop om de voorgeprogrammeerde
pedaalinstellingen te selecteren, worden de meest geschikte
waarden voor de parameters direct geselecteerd.
P01: PATCH LEVEL
P02: PREAMP GAIN
P03: OD/DS DRIVE
P04: DELAY LEVEL
P05: CHORUS LEVEL
P06: REVERB LEVEL
P07: MASTER BPM
P08: SUB EXP FV
P09: SUB EXP FW
P10: SUB EXP PS
49