7.7
Warmwatercircuit vullen
1.
Open voor het vullen van het warmwatercircuit de tap-
kranen.
2.
Sluit de tapkranen als de doorstroming bereikt is.
◁
Het warmwatercircuit is gevuld.
3.
Controleer alle aansluitingen en het volledige systeem
op dichtheid.
7.8
Product in- en uitschakelen
▶
Druk op de aan-/uittoets van het product.
◁
Op het display verschijnt het startscherm.
7.9
Gasinstellingen controleren
Alleen een gekwalificeerde installateur is bevoegd om de
CO2-instelling aan het gasblok uit te voeren.
Verander in geen geval de fabrieksinstelling van de gasdruk-
regelaar van het gasblok.
7.9.1
Gasaansluitdruk (gasstroomdruk)
controleren
1.
Sluit de gaskraan.
1
2
2.
Draai met een schroevendraaier de afdichtschroef op
de meetnippel (1) van het gasblok los.
3.
Sluit een manometer (2) op de meetaansluiting (1) aan.
4.
Open de gaskraan.
5.
Stel het product met het testprogramma P.01 in werking
en stel de waarde in.
0020231718_02 ecoTEC pure Installatie- en onderhoudshandleiding
–
Instelwaarde van het programma P.01: 100
Testprogramma's – overzicht (→ Pagina 40)
6.
Meet de gasaansluitdruk ten opzichte van de atmos-
feerdruk.
Toegestane aansluitdruk
Nederland
Aardgas
Vloeibaar gas
Aanwijzing
De aansluitdruk wordt op het gasblok geme-
ten, daarom kan de toegelaten minimum-
waarde 0,1 kPa (1 mbar) onder de minimum-
waarde liggen die in de tabel is aangegeven.
7.
Stel het product buiten bedrijf.
8.
Sluit de gaskraan.
9.
Verwijder de manometer.
10. Draai de schroef van de meetaansluiting (1) er tot aan
de aanslag in.
11. Open de gaskraan.
12. Controleer de meetnippel op gasdichtheid.
Voorwaarden: Gasaansluitdruk niet in het toegestane bereik
Opgelet!
Kans op materiële schade en bedrijfssto-
ringen door verkeerde gasaansluitdruk!
Als de gasaansluitdruk buiten het toege-
stane bereik ligt, dan kan dit tot storingen
en tot schade aan het product leiden.
▶
Voer geen instellingen aan het product
uit.
▶
Neem het product niet in gebruik.
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen, breng dan de gas-
maatschappij op de hoogte.
▶
Sluit de gaskraan.
7.9.2
O₂-gehalte controleren
1.
Stel het product met het testprogramma in werking en
stel de waarde in.
Ingebruikname 7
G20
1,7
... 2,5 kPa
(17,0
... 25,0 mbar)
G25
1,7
... 3,0 kPa
(17,0
... 30,0 mbar)
G25.3
2,0
... 3,0 kPa
(20,0
... 30,0 mbar)
G31
2,5
... 4,5 kPa
(25,0
... 45,0 mbar)
25