VOORZICHTIG
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als
zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen
terwijl deze onbeheerd staat.
Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en stel
de parkeerrem in werking wanneer u de machine
onbeheerd achterlaat, ook al is het slechts voor een
paar minuten.
Parkeerrem in werking stellen
Trek de hendel van de parkeerrem naar achteren in de
ingeschakelde stand (Figuur 8).
Figuur 8
1. Parkeerrem ingeschakeld
Parkeerrem vrijzetten
Duw de parkeerremhendel naar voren.
De aftakasschakelaar
bedienen
De aftakasschakelaar wordt in combinatie met de
rechterrijhendel worden gebruikt om de maaimessen
in- en uit te schakelen.
De maaimessen inschakelen
1. Om de maaimessen in te schakelen, beweegt u de
rechterrijhendel naar de middelste onvergrendelde
stand.
2. Zet de aftakasschakelaar omhoog en laat deze
los terwijl u de rechterrijhendel in de middelste
onvergrendelde stand houdt.
2. Parkeerrem vrijgezet
De maaimessen uitschakelen
U kunt de maaimessen op de volgende twee manieren
uitschakelen.
• Zet de aftakasschakelaar omlaag naar de stand Uit.
• Zet de rijhendels in de neutraalstand en zet de
rechterrijhendel in de vergrendelde neutraalstand.
Het gas bedienen
De gashendel heeft twee standen: Snel en Langzaam
(Figuur 12).
Gebruik altijd de snelle stand als u het maaidek
inschakelt met de aftakasschakelaar.
18
g012781
Figuur 9
g012782
Figuur 10
g012895
Figuur 11