Inhoudsopgave
Advertenties
Probleemoplossing
Symptoom, oorzaak/oplossing
Er zit condens op de display.
• Na een tijd verdwijnt het condens.
De bedieningstoetsen reageren niet of de reactie van
de toetsen is te gevoelig.
U draagt een handschoen terwijl u op de toetsen
drukt.
U drukt de toetsen in met een vingernagel.
U gebruikt een niet-elektrostatische touchpen.
De gevoeligheid van de bedieningstoetsen is niet
ingesteld voor de gebruiker.
Het naailampje gaat niet aan.
[Licht] is ingesteld op [OFF] in het
instellingenscherm.
Borduureenheid werkt niet.
Borduureenheid is niet juist bevestigd.
Borduurraam is bevestigd voordat de
borduureenheid geïnitialiseerd was.
Er kunnen via het draadloze netwerk geen
borduurpatronen worden opgehaald.
Er kunnen geen borduurpatronen worden
opgehaald die niet beschikbaar zijn voor deze
machine.
• Controleer de borduurgegevens en het bericht
dat de toepassing weergeeft.
■ Tijdens het borduren
Symptoom, oorzaak/oplossing
Machine werkt niet.
U hebt de "Start/Stop"-toets niet ingedrukt.
De spoelwinderas staat rechts.
Er is geen patroon geselecteerd.
Persvoet staat niet omlaag.
De borduurraambevestigingshendel staat niet
omlaag.
• Zet de borduurraambevestigingshendel omlaag
nadat u het borduurraam hebt geïnstalleerd.
Naald breekt.
Naald is niet juist geplaatst.
Naaldklemschroef is niet vastgedraaid.
Naald is verbogen of gedraaid.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
Spanning bovendraad is te hoog.
Klos garen is niet juist aangebracht.
Er zitten krassen rondom het gat in de steekplaat.
* Er zit een inkeping links van de opening in de
steekplaat. Dit is geen kras.
a
Er zitten krassen rond het gat in de persvoet.
Er zitten krassen op het spoelhuis.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
52
Referentie
–
10, 13
12
25
25
–
Referentie
34
16
31
34
29
23
23
23
23
37
16
*
1 Inkeping
*
*
16
Symptoom, oorzaak/oplossing
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Spoel is niet juist geplaatst.
De borduurvoet is onjuist bevestigd.
U hebt geen steunstof bevestigd aan de stof
waarop u borduurt.
Onderdraad onjuist opgewonden.
Bovendraad breekt.
De machine is niet juist ingeregen (verkeerde
kloshouder, kloshouder zit los, draad heeft inrijger
naaldstang niet gepakt enz.).
U gebruikt draad die in de knoop zit.
Spanning bovendraad is te hoog.
Draad zit verstrikt.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 23
Naald is niet juist geplaatst.
Er zitten krassen rond het gat in de borduurvoet.
Er zitten krassen op het spoelhuis.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
De draad zit verstrikt aan de achterkant van de stof.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
De bovendraad is te strak.
De onderdraad is onjuist geplaatst.
Onderdraad breekt.
Spoel is niet juist geplaatst.
Onderdraad onjuist opgewonden.
Er is een bekraste spoel gebruikt.
Draad zit verstrikt.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
Stof rimpelt.
De boven- of onderdraad is verkeerd ingeregen.
Klos garen is niet juist aangebracht.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 23
Overgeslagen steken
De machine is onjuist ingeregen.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 23
Naald is niet juist geplaatst.
Stof of pluisjes onder de steekplaat.
Borduurt niet
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 23
Spoel is niet juist geplaatst.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Referentie
20
19
50
27
16
20
–
37
20
23
50, *
*
23
16
20
23
19
19
16
19
20
16
16, 20
17
23
16, 20
23
49
19
20
Advertenties
Inhoudsopgave
