ONDERHOUD
ZEKERINGEN EN RELAIS
ZEKERINGEN EN RELAIS RELAISPANEEL
Verwijder het deksel van het relaispaneel om bij
de zekeringen te komen. Vervang een
doorgebrande zekering altijd door een zekering
met een gelijke ampèrewaarde.
Zie het onderstaande schema om te zien waar de
zekeringen en de relais zitten op het relaispaneel.
42
Zie de onderstaande tabel voor de beschermde
zekeringen en stroomkringen.
Zekering
Toelaat
baar ver
mogen
FU1
15 A
Thermo Sentry
FU2
15 A
Motor, instrumentatie
FU3
20 A
Klopper, instrumentatie
FU4
15 A
Lampje brandt
FU5
15 A
Claxon
FU6
5 A
Ruitenwisser (optioneel)
FU7
15 A
Richtingaanwijzers (optioneel)
FU8
15A
Extra
FU9
15A
Extra
FU10
5 A
Cabineventilator (optioneel)
FU11
15 A
Telemetry
FU12
-
Niet gebruikt
FU13
-
Niet gebruikt
FU14
-
Niet gebruikt
FU15
-
Niet gebruikt
FU16
-
Niet gebruikt
FU17
-
Niet gebruikt
FU18
-
Niet gebruikt
FU19
-
Niet gebruikt
FU20
-
Niet gebruikt
OPMERKING:Vervang een doorgebrande
zekering altijd door een zekering met een gelijke
ampèrewaarde.
Zie de onderstaande tabel voor de geregelde
relais en stroomkringen.
Relais
Toelaatbaar
Stroomkring geregeld
vermogen
M1
12 VDC, 40 A
Startmotor
M2
12 VDC, 40 A
Thermo Sentry
M3
12 VDC, 40 A
Motor/brandstofpomp
S20 Gas / LP 9007270 (11-2016)
Beveiligd circuit