ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en de vermindering van slijtage. Controleer
steeds bij gebruik regelmatig alle onderdelen van de
trainer en draai ze goed vast. Vervang versleten onder-
delen meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
zeep om de trainer te reinigen. BELANGRIJK: Houd
vloeistoffen uit de buurt van het bedieningspaneel
om schade aan het bedieningspaneel te voor-
komen en houd het bedieningspaneel uit direct
zonlicht.
BEDIENINGSPANEELPROBLEMEN OPLOSSEN
Controleer of de stroomadapter volledig is ingestoken
als het bedieningspaneel niet aan gaat.
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet weergeeft
wanneer u de handgreep-hartslagmonitor gebruikt of
als de weergegeven hartslag te hoog of te laag lijkt,
raadpleegt u stap 5 op bladzijde 20.
Bel met het nummer op de voorkant van deze
handleiding als u vervangende stroomadapter wilt.
BELANGRIJK: Gebruik alleen een door de fabrikant
geleverde stroomadapter om schade aan het bedie-
ningspaneel te voorkomen.
Als het bedieningspaneel
niet op de juiste wijze
opstart of als het blokkeert
en niet reageert, reset u
het bedieningspaneel naar
de fabrieksinstellingen.
BELANGRIJK: Hiermee wist u al uw aanpassingen
in de instellingen van het bedieningspaneel. U
hebt twee mensen nodig om het bedieningspaneel te
resetten. Haal eerst de stroomadapter uit het stopcon-
tact. Zoek vervolgens de kleine reset-opening (A) aan
de achterkant of de zijkant van het bedieningspaneel.
Houd met een gebogen paperclip de reset-knop in
de opening ingedrukt en laat een tweede persoon
de stroomadapter insteken. Houd de reset-knop
ingedrukt tot het bedieningspaneel aan gaat. Als de
reset is voltooid, schakelt het bedieningspaneel uit en
opnieuw weer aan. Is dat niet het geval, haal dan de
stroomadapter eerst uit het stopcontact en steek deze
er daarna weer in. Als het bedieningspaneel weer
aangaat, controleert u op firmware-updates (zie stap 5
op bladzijde 25). Let op: Het kan enkele minuten duren
voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Als het bedieningspaneel gegevens niet goed weer-
geeft, moet u de snelheidssensor afstellen. Als u
de snelheidssensor wilt afstellen, haalt u eerst de
stroomadapter uit het stopcontact.
Verwijder ver-
volgens de vier
aangegeven
M4 x 16mm
Schroeven (93)
en de Middelste
Schermkap (31).
Draai vervolgens aan de Crankkatrol (44) totdat een
Katrolmagneet (102) gelijk ligt met de Snelheidssensor
(60). Maak vervolgens de twee M4 x 12mm Flens-
schroeven (94) iets los, schuif de Snelheidssensor iets
dichter naar de Katrolmagneet toe of verder ervan af
en maak de Flensschroeven weer vast.
60
A
102
94
Steek vervolgens de stroomadapter in en draai even
aan de Crankkatrol (44). Herhaal deze procedure
indien nodig tot het bedieningspaneel de juiste infor-
matie weergeeft. Maak de middelste schermkap dan
opnieuw vast.
28
31
93
44