6.2.
Metingen uitvoeren
6.2.1.
Meting voorbereiden
OPGELET
Beschadiging van het instrument door te hoge druk
vermijden!
> Bij controles met een beproevingsdruk > 1 bar of bij controles
met vloeibaar testmedium, bijv. water, moet de hogedruksonde
(art.-nr. 0638 1748) worden gebruikt.
De voedingsinrichting (gastoevoerunit) moet regelmatig
op dichtheid worden gecontroleerd, zie Instrument
diagnose, Controle gastoevoer.
De inhoud van het hoofdstuk Eerste stappen (zie Eerste
stappen) wordt als bekend verondersteld.
Algemene instructies voor de dichtheidscontroles aan gas-
en waterleidingen volgens DVGW
•
Vóór het begin van werkzaamheden aan gasvoerende
leidingen moet de bijhorende afsluitinrichting gesloten
en tegen openen door onbevoegden beveiligd worden
(bijv. door de sleutel of het handwiel eraf te nemen).
Waar gas ontsnapt of kan ontsnappen moet door
beluchting of door afzuiging via een slang naar de
openlucht ervoor worden gezorgd dat het gas zonder
gevaren wordt verwijderd. De afsluitinrichting mag pas
dan weer worden geopend, als alle openingen van de
afgesloten leidingen waaruit gas zou kunnen stromen,
dicht zijn afgesloten. Het bovenstaande geldt niet als er
instandhoudingswerkzaamheden worden uitgevoerd
aan leidingen aan de buitenkant.
•
Als aan toegankelijke gasvoerende leidingen met een
gasdetector volgens DVGW-instructie G465-4 of met
schuimvormende middelen volgens DIN EN 14291 een
lekkage wordt vastgesteld, dan moet die plek door
adequate maatregelen worden afgedicht. Afzoeken
met vlammen is niet toegelaten. Het improvisorisch
afdichten is voor het onmiddellijke afwenden van
gevaren alleen tijdelijk toegelaten.
6 Product gebruiken
39