6 Product gebruiken
6.1.2.5.
Printer
De kopregels (regel 1-3) en de voetregel voor de printeruitdraai
kunnen worden ingesteld. De gebruikte printer kan geactiveerd
worden.
Functie oproepen:
>
[
Printer inschakelen:
1.
Printer keuze
2. Printer kiezen: [▲],
-
De printer wordt geactiveerd en het menu
geopend.
Printtekst instellen:
1.
Printer tekst
2. Functie kiezen: [▲],
3. Waarden invoeren → [OK].
4. Invoer beëindigen: [Gereed].
5. Invoer opslaan:
6.1.2.6.
Bluetooth
Het menu is alleen beschikbaar wanneer het instrument beschikt
over de optie Bluetooth. De Bluetoothmodule kan worden in- /
uitgeschakeld.
Functie oproepen:
>
[
[Wijzigen].
34
]
→
Instrument in\-stellingen
Printers 0554 0553 en 0554 0620 kunnen alleen
worden gekozen als de Bluetooth
geactiveerd, zie Bluetooth
Bij gebruik van de testo IrDA-protocolprinter 0554 0547
moet de testo IrDA-snelprinter 0554 0549 geselecteerd
worden.
Het afdrukken van grafieken is mogelijk met de volgende
Testo printers:
0554 0547 IrDA-protocolprinter
0554 0549 IrDA-protocolprinter
0554 0553 Bluetooth
0554 0620 Bluetooth
→ [OK].
[▼]
→ [OK].
[Gereed]
®
]
→
Instrumentinstellingen
→
[OK]
®
®
.
printer
®
®
printer
→ [OK].
[▼]
→ [Wijzigen].
→
[OK]
→
Printer
→ [OK].
interface is
Printer
wordt
→
Bluetooth
→