Instelling uitvoeren:
> Parameters instellen → [OK].
6.1.2.7.
Autom. meetfrequentie
De automatische meetfrequentie kan in- of uitgeschakeld worden.
Als de automatische meetfrequentie is ingeschakeld, dan wordt de
volgende meetfrequentie gearchiveerd bij de afzonderlijke
meetprogramma´s (behalve menu Programma´s):
I
Messzeit
< 15 min
> 15 min
Als de automatische meetfrequentie is uitgeschakeld, wordt een
meetfrequentie van 1 seconde gehanteerd, onafhankelijk van de
meettijd.
Functie oproepen:
>
[
meetfrequentie
Instellingen uitvoeren:
1.
[Wijzigen]
2. Parameter instellen: [▲],
6.1.2.8.
Inspecteur
In dit menu kan een inspecteur geselecteerd en/of nieuw
aangemaakt worden.
Functie oproepen:
>
[
[OK].
Instellingen uitvoeren:
1. Inspecteur wijzigen/nieuw aanmaken:
[Gereed].
2. Parameter instellen: [▲],
3. Wijzigingen opslaan:
4.
[Gereed]
Inspecteur selecteren
> Inspecteur selecteren: [▲],
Meetfrequentie
1 s
1 min
]
→
Instrumentinstellingen
→ [OK].
]
→
Instrument in\-stellingen
→
[OK]
[▼]
→ [OK].
→
[OK]
[▼]
[▼]
en gedeeltelijk [◄],
[Gereed]
[▼]
[Inschakelen]
→
6 Product gebruiken
→
Autom.
→
Inspecteur
→
→
[Wijzigen]
→
[►]
→ [OK].
→ [Gereed].
35