Productinformatie
WAARSCHUWING
Uw
buitenboordmotor
maximumvermogen, aangeduid op het
vermogensplaatje van uw boot, niet
overschrijden.
Door
vermogen kunt u de controle over uw
boot verliezen. Vraag raad aan uw Dealer
of de fabrikant van uw boot, als uw boot
geen vermogensplaatje heeft.
Voor boten die zijn ontworpen voor een
buitenboordmotor met afstandsbediening,
kan een buitenboordmotor met stuurarm
met het nominale maximumvermogen te
krachtig zijn. Vraag raad aan uw Dealer of
de fabrikant van uw boot, als u niet zeker
weet of uw boot geschikt is.
Als
de
spiegelhoogte
buitenboordmotor en de boot niet goed
op elkaar zijn afgestemd, kan de boot
instabiel worden en kunt u de controle
verliezen. Zie Spiegelhoogte.
Vermijd laterale beweging en mogelijk
verlies van uw buitenboordmotor door
gebruik te maken van de meegeleverde
montageonderdelen of onderdelen met
de juiste maten, sterkte en kwaliteit. Zie
Installatie van de buitenboordmotor op
pagina 65.
Een montagevlak dat is beschadigd of te
dun is om uw buitenboordmotor te
kunnen dragen, kan het tijdens de vaart
begeven, zodat u de controle verliest.
Controleer goed of de spiegel van uw
boot of de montagebeugel in goede staat
verkeert en 41 mm tot 70 mm dik is.
MERK OP
Hef de motor op met een geschikte takel.
Zie Specificaties op pagina 72 voor het
gewicht van de motor.
Spiegelhoogte
Let erop dat de spiegelhoogte overeenstemt met
de lengte van de geïnstalleerde buitenboordmotor.
• Voor een spiegelhoogte van 48.3 tot
53.3 cm is een buitenboordmotor met een
as van 50.8 cm nodig.
• De
aslengte
van
buitenboordmotor
66
Installatie
mag
het
een
te
hoog
van
de
de
geïnstalleerde
moet
ongeveer
overeenstemmen met de spiegelhoogte
van de boot.
• Zie Specificaties op pagina 72 voor de
spiegelhoogte.
Meet de spiegelhoogte vanaf de bovenrand
van de spiegel langs de middellijn.
3
1. Middellijn
2. Antiventilatieplaat
3. Spiegelhoogte
De prestaties van de boot zijn afhankelijk van
de montagehoogte van de buitenboordmotor.
Algemeen gesteld moet de antiventilatieplaat
van de tandwielkast ter hoogte van de
onderkant van de romp zitten. Conventionele
V-rompen presteren meestal goed wanneer
de antiventilatieplaat ongeveer 25 mm boven
de onderkant van de romp zit.
De antiventilatieplaat mag NIET meer dan 5
cm ONDER de onderkant van de romp
uitsteken.
Test de buitenboordmotor en vaarprestaties
op verschillende hoogten, om de optimale
hoogte te bepalen.
BELANGRIJK: Let erop dat de waterdruk
van de buitenboordmotor niet nadelig wordt
beïnvloed door de montagehoogte van de
buitenboordmotor.
1
2
007039