De motor starten
Draai het contactslot helemaal rechtsom in de
START-stand.
MERK OP
De startmotor kan beschadigd raken als
hij langer dan 20 seconden continu moet
draaien.
Laat de sleutel los als de motor aanslaat.
Als de motor niet start, de sleutel even
loslaten en opnieuw proberen.
Telkens als u het contactslot van OFF op ON
draait, voert het waarschuwingssysteem een
zelftest uit. Zie Motorcontrole op pagina 42.
Als het waarschuwingssysteem geen zelftest
uitvoert
tijdens
Onderhoudsopmerking op pagina 64.
Als
uw
buitenboordmotor
reageert bij deze startprocedure of helemaal
niet start, zie dan Oplossen van problemen
op pagina 63.
007015
de
start,
zie
niet
normaal
Na het aanslaan van de motor
Controleer de waterpompcontroleslang. Een
ononderbroken waterstraal geeft aan dat de
pomp werkt. Als er geen ononderbroken
waterstraal
waterpompcontroleslang, stop dan de motor.
Zie Oplossen van problemen op pagina 63.
1. Waterpompindicator
De motor uitzetten
Zet de bedieningshendel in VRIJLOOP.
Draai het contactslot linksom op de OFF-stand.
1
Sleutel
dan
1. Contactschakelaar, OFF-stand
Verwijder de sleutel als u de boot onbeheerd
achterlaat.
te
zien
is
vanuit
UIT
Bediening
de
1
007016
AAN
START
007072
31