3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de doelwaarde voor de training in te stellen.
Opmerking: Voorzie bij het instellen van het doel tijd voor het bereiken van de gewenste hartslagzone.
5. Druk op OK om de training te starten.
Een gebruiker kan een hartslagzone instellen in plaats van een waarde door het 'Heart Rate Control - User'-programma te
kiezen. De console zal de training aanpassen om de gebruiker in de gewenste hartslagzone te houden.
1. K ies HEART RATE CONTROL - USER en druk op OK.
2. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de hartslagwaarde voor de training in te stellen, en druk op OK. Op de
console verschijnen links de hartslagzone (procent) en rechts het hartslagbereik voor de gebruiker.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u flauw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie.
3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de waarde voor de training in te stellen.
5. Druk op OK om de training te starten.
Van trainingsprogramma veranderen tijdens een training
Via de console kunt u vanuit een actieve training een ander trainingsprogramma starten.
1. D ruk tijdens een actieve training op PROGRAMS.
2. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het gewenste trainingsprogramma te kiezen, en druk op OK.
3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de waarde voor de training in te stellen.
5. Druk op OK om de actieve training te stoppen en de nieuwe training te starten.
De vorige trainingswaarden worden opgeslagen in het gebruikersprofiel.
Pauzeren of stoppen
De console wordt in de pauzestand gezet als de gebruiker tijdens een training stopt met trappen en op PAUSE/END drukt,
of wanneer er gedurende 5 seconden geen toerentalsignaal meer is (gebruiker trapt niet). De console doorloopt een reeks
berichten die om de 4 seconden veranderen:
- WORKOUT PAUSED (Training op pauze gezet)
- PEDAL TO CONTINUE (Trap om verder te gaan - indien een fiets) / STRIDE TO CONTINUE (Stap om verder te
gaan - indien een crosstrainer)
- PUSH END TO STOP (Druk op END om te stoppen)
Tijdens een onderbroken training kunt u de toetsen Hoger/Lager gebruiken om handmatig door de resultaten te navigeren.
1. Stop met trappen en druk op de toets PAUSE/END om uw training te onderbreken.
2. Om uw training voort te zetten drukt u op OK of begint u te trappen.
Om de training te stoppen drukt u op de PAUSE/END-toets. De console wordt in de Resultaten/Afkoel-modus
geplaatst.
30