Bediening
Ruitensproeierinstallatie vullen
– Open de vuldop (1) van de ruitensproeierin-
stallatie (variant).
– Vul het ruitensproeierreservoir (2) volgens
het onderhoudsschema met ruitensproeier-
vloeistof met antivries; zie ⇒ Deel "Onder-
houdsschema", blz. 6-351.
LET OP
Componenten kunnen door bevriezing beschadigd
raken!
Water zet bij bevriezing uit. Als er geen antivries in
het systeem aanwezig is, kan de ruitensproeierin-
stallatie (variant) bij vorst beschadigd raken door
ijsvorming.
– Gebruik altijd ruitensproeiervloeistof met anti-
vries.
– Sluit de vuldop.
– Bedien de ruitensproeierinstallatie tot er
ruitensproeiervloeistof uit de sproeiers
komt.
Toestand van de wielen en banden
controleren
WAARSCHUWING
Ongevallenrisico!
Onregelmatige slijtage vermindert de stabiliteit van
de machine en verlengt de remweg.
– Vervang versleten of beschadigde banden on-
middellijk aan de linker- en aan de rechterzijde.
WAARSCHUWING
Kantelgevaar!
De kwaliteit van de banden beïnvloedt de stabiliteit
van de machine.
Als u een ander bandtype op de machine wilt
gebruiken dan de door de fabrikant van de machine
goedgekeurde banden, of banden van een andere
fabrikant, moet u eerst bij de fabrikant van de
machine om toestemming daarvoor vragen.
Controles en werkzaamheden voorafgaand aan het starten
6327_003-008
171538 [NL]
1
2
5
73