Bediening
GEVAAR
Er kunnen mensen tussen de heftruck en de aan-
hangwagen bekneld raken!
Zorg ervoor dat bij het aankoppelen niemand zich
tussen de heftruck en de aanhangwagen bevindt.
LET OP
Bij het aankoppelen moet het trekstangoog zich in
het midden van de vangmuilkoppeling bevinden.
Nalatigheid hierin kan tot beschadiging van de
vangmuilkoppeling of het trekstangoog leiden!
– Zorg ervoor dat het trekstangoog de vangmuil-
koppeling in het midden binnengaat.
– Rijd de heftruck langzaam achteruit tot het
trekstangoog in het midden in de vangmuil
van de aanhangerkoppeling is geschoven
en de koppelpen vastklikt.
OPMERKING
De koppelpen is correct vastgeklikt als de
controlepen (3) niet buiten zijn geleiding
uitsteekt.
GEVAAR
Als de koppelpen tijdens het slepen losraakt, zal
de last loskomen en wordt de aanhangwagen
oncontroleerbaar. Er bestaat een ongevalrisico!
De controlepen (3) mag niet buiten zijn geleiding
uitsteken.
– Controleer of de koppelpen goed vergrendeld is.
Wanneer de koppelpen niet goed vastzit:
– Verwijder de beveiligingen tegen wegrollen van
de aanhangwagen.
– Rijd de heftruck met de aanhangwagen ca.
1 m naar voren en rijd vervolgens een stukje
achteruit.
– Controleer bij de koppelpen of de controlepen
niet buiten zijn geleiding uitsteekt.
– Verwijder de beveiligingen tegen wegrollen
van de aanhangwagen.
– Sleep de aanhangwagen weg.
171538 [NL]
Aanhangwagens trekken
5
245