Tips voor bediening en gebruik
• Overlap geen stukken waar u eerder hebt gespoten.
• Controleer of er geen spuitdoppen zijn verstopt.
Vervang versleten of beschadigde spuitdoppen.
• Schakel eerst met de hoofdschakelaar de spuitbomen uit
voordat u de spuitmachine tot stilstand brengt.
• U verkrijgt betere resultaten als de spuitmachine in
beweging is wanneer u de spuitbomen inschakelt.
Een verstopte spuitdop schoonmaken
Als een spuitdop tijdens het spuiten verstopt raakt, kunt u
deze schoonmaken met een spuitfles met water of een
tandenborstel.
1. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, zet de
motor af en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet eerst de hoofdschakelaar en daarna de
pompschakelaar op Uit.
3. Verwijder de verstopte spuitdop en maak deze schoon
met een spuitfles met water of een tandenborstel.
Een spuitdop afstellen
De spuitdophouders zijn geschikt voor 3 verschillende
spuitdoppen. U stel een spuitdop als volgt af:
1. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, zet de
motor af en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de hoofdschakelaar en de pompschakelaar op Uit.
3. Draai de kop met de spuitdoppen in beide richtingen op
de juiste spuitdop.
De spuitmachine reinigen
Belangrijk
U moet de spuitmachine altijd onmiddellijk
na elk gebruik leeg laten lopen en reinigen. Indien u dit
nalaat, kan dit tot gevolg hebben dat de chemische stoffen
uitdrogen of dik worden in de leidingen, waardoor de pomp
en andere onderdelen verstopt raken.
1. Breng de spuitmachine tot stilstand, stel de parkeerrem
in werking en zet de motor af.
2. Gebruik de aftapknop van de tank om ongebruikt
materiaal uit de tank te laten lopen en af te voeren
volgens de plaatselijk geldende voorschriften en de
instructies van de fabrikant van de chemische stoffen.
3. Vul de tank met minstens 190 liter schoon water en sluit
het deksel.
Opmerking: Indien nodig kunt u een
reinigings-/neutraliseermiddel toevoegen aan het water.
Gebruik alleen schoon water voor de laatste spoeling.
4. Draai de spuitbomen in de spuitstand.
5. Start de motor en zet de gashendel op een hoger
stationair toerental.
6. Zorg ervoor dat de mengregelklep is ingeschakeld.
7. Schakel de pomp in en zet de druk op een hoge
instelling met behulp van de schakelaar voor de
gebruiksdosis.
8. Zet de hoofdschakelaar en de schakelaars van de
spuitbomen op Aan om te beginnen met spuiten.
9. Laat al het water in de tank via de spuitdoppen naar
buiten spuiten.
10. Controleer of alle spuitdoppen naar behoren werken.
11. Zet de hoofdschakelaar en de pompschakelaar op Uit en
zet de motor af.
12. Herhaal stappen 3 tot en met 11 nog minstens 2 keer
om er zeker van te zijn dat het spuitsysteem volkomen
is gereinigd.
Belangrijk
U moet deze procedure altijd minstens drie
keer uitvoeren om er zeker van te zijn dat het spuitsysteem
helemaal schoon is, om schade aan het systeem te
voorkomen.
13. Reinig de zuigkorf; zie Zuigkorf reinigen, blz. 42.
Belangrijk
Als u bevochtigbaar poeder gebruikt, moet
u de zuigkorf na elke tank reinigen.
14. Spuit met een tuinslang de buitenkant van de
spuitmachine schoon. Gebruik hierbij schoon water.
15. Verwijder de spuitdoppen en reinig ze met de hand.
Vervang versleten of beschadigde spuitdoppen.
16. Draai de spuitbomen omhoog in de transportstand en
zet deze vast.
26