Brandstoftank vullen
De inhoud van de brandstoftank is ongeveer 40 liter. De
motor loopt op dieselbrandstof Nr.2 D of 1-D met een
cetaangetal van minimaal 40.
Opmerking: Uw motor kan dieselbrandstof met een hoger
cetaangetal vereisen als u de machine gebruikt op een
grotere hoogte of bij lage temperaturen.
1. Plaats de spuitmachine op een horizontaal oppervlak.
2. Stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet
de motor af en verwijder het contactsleuteltje. Laat de
motor afkoelen.
3. Maak de omgeving van de dop van de brandstoftank
schoon (Fig. 4).
1
Figuur 4
1. Dop van brandstoftank
4. Verwijder de dop van de brandstoftank.
Gevaar
In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof
en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden of materiële schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of
koude motor bijvullen. Eventueel gemorste
brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de
brandstoftank tot maximaal 2,5 cm vanaf de
onderkant van de vulbuis. Dit geeft de brandstof
in de tank ruimte om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent
en houd de brandstof weg van open vlammen of
vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg ervoor dat de
dop op zijn plaats blijft.
5. Vul de brandstoftank tot ongeveer 2,5 cm vanaf de
bovenkant van de tank (de onderkant van de vulbuis).
Opmerking: Dit geeft de brandstof in de tank ruimte
om uit te zetten. Niet te vol vullen.
6. Draai de tankdop stevig vast.
7. Eventueel gemorste brandstof opnemen.
Het koelvloeistofpeil
controleren
Het koelsysteem bevat een mengsel met een 50/50
verhouding van water en permanente ethyleenglycol-
antivries. Controleer elke dag vóór het starten van de motor
het koelvloeistofpeil in de radiator en de expansietank. De
inhoud van het koelsysteem is ongeveer 5,4 liter.
Voorzichtig
Als de motor heeft gelopen, zal de koelvloeistof
heet zijn en onder druk staan. Als u de
radiatordop verwijdert en de koelvloeistof heet is,
kan deze naar buiten spuiten en ernstige
brandwonden veroorzaken.
Laat de motor minstens 15 minuten afkoelen
voordat u de radiatordop losdraait.
1. Plaats de spuitmachine op een horizontaal oppervlak.
2. Stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet
de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
3. Verwijder voorzichtig de doppen van de radiator
(Fig. 5) en de expansietank (Fig. 6).
1
1. Radiatordop
15
Figuur 5