Het aftappen van de brandstoffilter/
waterafscheider
Tap dagelijks het water of ander vuil af van de
brandstoffilter/waterafscheider.
1.
Plaats een schone opvangbak onder het brandstoffilter.
2.
Draai de aftapschroef onder op het brandstoffilter los en
pomp met het injectiepompje totdat duidelijk is dat
uitsluitend brandstof in de opvangbak gepompt wordt.
3.
Draai de aftapschroef weer dicht.
Het vervangen van het brandstoffilter
Vervang het brandstoffilter indien de brandstofstroom beperkt
wordt, na elke 400 bedrijfsuren of jaarlijks, afhankelijk van
hetgeen zich het eerst voordoet.
1.
Draai de bout los en schroef het filterdeksel van de
onderkant van het filterhuis. Verwijder deksel,
pakkingsringen, o-ring en filter uit het filterhuis. Let op de
positie van de pakkingsringen en de o-ring als u deze uit het
filter haalt.
2.
Installeer het nieuwe filter, pakkingsringen, o-ring en het
deksel van het filterhuis.
3.
Injecteer het brandstofsysteem, zie Het inspuiten van het
brandstofsysteem.
MOTORKOELSYSTEEM (Afb. 24–25)
1.
Vuil verwijderen—Verwijder dagelijks het vuil van het
achterscherm, de oliekoeler en de radiator; reinig vaker
onder vieze omstandigheden.
BELANGRIJK: Spuit nooit water op een hete motor
omdat dit de motor kan beschadigen.
A. Schakel de motor uit en reinig het motorkapscherm
grondig.
B. Maak de motorkapvergrendeling los en open de
motorkap. Verwijder grondig al het vuil van de motor.
C. Reinig beide kanten van de oliekoeler en radiator
grondig met behulp van perslucht. Gebruik geen water.
26
Afbeelding 24
1.
Achterscherm
Afbeelding 25
1.
Oliekoeler
2.
Radiator